Gepensioneerden en werkenden moeten nog jaren wachten voordat zij precies weten hoe het nieuwe pensioenstelsel voor hen uitpakt. Dat blijkt uit stukken over het onlangs gesloten pensioenakkoord die minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Het is de bedoeling dat pensioenfondsen uiterlijk op 1 januari 2026 de overstap maken. De eerstkomende twee jaar zullen in het teken staan van de benodigde wetgeving. Daarna moeten de fondsen een transitieplan indienen. Daarin staat hoe eerder opgebouwde rechten van deelnemers worden ‘vertaald’ naar het nieuwe stelsel.

Pas nadat de plannen aan toezichthouder DNB zijn voorgelegd, komt een communicatieplan in zicht om deelnemers te informeren over individuele uitkomsten van de overstap. Zij krijgen dan te horen wat hun pensioen zou zijn volgens het oude stelsel en wat het wordt onder het nieuwe. Dat gebeurt naar verwachting pas in 2024.

Volgend jaar niet gekort, maar dan?

Hoe de pensioenen zich de komende jaren ontwikkelen, blijft ook onduidelijk. Volgend jaar hoeven de meeste pensioenfondsen ondanks hun beroerde financiële positie niet te korten vanwege de coronacrisis. Voor de jaren daarna zijn zulke afspraken er nog niet.

Het is niet zeker hoe en in welke mate pensioenfondsen hun huidige dekkingstekorten moeten wegwerken voordat zij kunnen overstappen naar het nieuwe stelsel. Dat zogenoemde “ingroeipad” komt aan bod in het wetsvoorstel. Of er alsnog gekort moet worden, zal ook afhangen van de economische vooruitzichten.

Uitstel stemming FNV

Koolmees wilde de stukken over het pensioenakkoord pas vrijgeven na een definitief akkoord van de sociale partners. Maar de FNV, de grootste vakbond van Nederland, stelde afgelopen vrijdag de stemming door het ledenparlement over het akkoord met twee weken uit. Op aandringen van de Tweede Kamer maakt de bewindsman de achterliggende documenten alsnog eerder openbaar.

LEES OOK: Pensioenakkoord gaat uit van meer onzekerheid: ‘Je kan ook zeggen dat de schijnduidelijkheid verdwijnt’