‘Nederlandse’ VN-conferentie moet water hoger op agenda zetten
Wereldwijd moet meer aandacht komen voor schoon en veilig drinkwater, bescherming tegen overstromingen en droogte en voor de betaalbaarheid van drinkwater. Dat wordt de inzet van een grote VN-conferentie in New York, mede georganiseerd door Nederland. De conferentie duurt van woensdag tot en met vrijdag, tijdens de New York Water Week.
In totaal doen meer dan 6600 deelnemers mee en 193 landen sturen een afvaardiging. Nederland wordt vertegenwoordigd door koning Willem-Alexander en ministers Mark Harbers (Infrastructuur) en Liesje Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking). Ook aanwezig is de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb. Hij zal spreken over watermanagement en het klimaatbestendig maken van Rotterdam.
Nederland organiseert de conferentie samen met Tadzjikistan: Nederland ligt in een delta en heeft een lange geschiedenis met waterbeheer, terwijl Tadzjikistan bovenaan een stroomgebied ligt en veel ervaring heeft met het vasthouden van water. Koning Willem-Alexander zal woensdag de top openen. Dinsdag zal hij al enkele projecten in de stad bezoeken.
De conferentie dient als opmaat naar de klimaattop in Dubai later dit jaar. Er wordt onder meer gesproken over water en gezondheid, duurzame economie en klimaat.
Conflicten
Ook zal het gaan over samenwerking en potentiële conflicten om water. Water wordt steeds schaarser en toegang ertoe leidt tot conflicten tussen landen. Tussen Egypte en Soedan enerzijds en Ethiopië anderzijds lopen spanningen al langere tijd op, omdat laatstgenoemde een grote dam in de rivier de Nijl heeft gebouwd. Daardoor kan de watertoevoer naar Egypte en Soedan, die door de historie heen afhankelijk zijn van de Nijl, onder druk komen te staan.
Er zullen tijdens de conferentie geen harde, afrekenbare doelen worden afgesproken. Eerder gaat het om overeenstemming over verschillende uitgangspunten, aldus ingewijden. In 1977 was de eerste waterconferentie van de VN: toen werd overeengekomen dat alle volkeren op aarde, ongeacht hun mate van ontwikkeling, recht hebben op toegang tot drinkwater.
