Gokverslaving nog altijd grote maatschappelijke kostenpost: ‘Ik heb een deel van de erfenis van mijn oma vergokt’
Sinds de legalisering van online gokken in Nederland is het aantal online gokkers met 61 procent toegenomen. Met die toename stijgt ook het aantal gokverslaafden. Eén van die mensen is Jeroen Lazeroms. "Ik heb een deel van de erfenis van mijn oma vergokt", vertelt hij in Stand van Nederland: Generatie Next op NPO 2.
Het afgelopen jaar verloren Nederlanders ruim 1,33 miljard euro met online kansspelen. Uit onze peiling blijkt dat 54 procent zou willen gokken om geld te winnen. 14,8 procent gokt voor de spanning, 9,2 procent uit verveling en 22 procent zou sowieso nooit gokken.
Lazeroms heeft ook veel geld verloren aan een gokverslaving. Hij heeft sinds een jaar zijn verslaving onder controle. "Je kunt het uren doen. Dat doen ze superslim, maar dat zorgt er wel voor dat je op een gegeven moment super depressief in je bed ligt en soms even tijdens werk op de wc gewoon aan het zoeken bent naar momenten om te spelen", zegt hij. "Ik heb bijvoorbeeld een deel van de erfenis van mijn oma vergokt. Dat was wel een punt waarvan ik dacht: dat durf ik niet eens te vertellen."
Gokbedrijven hebben zorgplicht
Gokbedrijven hebben vanuit de overheid de plicht om zorg te dragen voor de spelers. Volgens Fred Steutel, directeur van een verslavingskliniek, doen ze veel te weinig om verslavingen te voorkomen en dat kost de overheid een hoop geld. "Ik vind niet dat de maatschappij dat moet betalen."
Steutel legt uit dat online gokbedrijven precies kunnen zien hoe er online gespeeld wordt, wat de inzet is en op welke momenten er wordt gegokt. Zo kan het voorkomen dat iemand begint te gokken met 500 euro in de maand. Enkele tijd later is diezelfde persoon met 5000 aan het gokken of het loopt zelfs op tot 10.000 euro in de maand. "Dan denk ik: wat is hier aan de hand? Is er een erfenis verkregen of iets anders?"
Gokbedrijven hebben zich volgens Steutel te houden aan een door de overheid opgelegd preventiebeleid. "Dan zou er contact gelegd moeten worden met die speler", vertelt Steutel. Een hoge pet heeft hij niet op van die gesprekken die telefonisch worden gehouden. "Ik noem maar een voorbeeld. Harry hoe gaat het? Ja, prima. Vind je het nog leuk? Ja, ik vind het leuk. Kunnen we nog wat voor je doen? Nee, prima. Kun je alles betalen? Ja. Oké Harry, fijn je gesproken te hebben, speel vooral door, je krijgt van ons een bonus van 250 punten. En dat heet dan een 'preventiegesprek'."
Gedragseconoom Kim Fairley denkt dat er met het nieuwe beleid wel kansen zijn gekomen om de online gokmarkt beter in kaart te brengen. "Hoeveel zijn ze maandelijks kwijt? Dat zijn gegevens die we eerder niet hadden. Daarmee kunnen we nu dus beleid maken. Dus ik zie dit wel als een extra mogelijkheid om goede stappen te zetten in het kader van bescherming van deelnemers."
Ontvang jij al onze gratis WNL-nieuwsbrief? Meld je hier aan en blijf op de hoogte!
Meten met twee maten
Uiteindelijk is het meten met twee maten, denkt Fairley. Enerzijds hebben de gokbedrijven een zorgplicht. Anderzijds "zijn ze een commercieel bedrijf en willen ze graag winsten maken. Dus het is helemaal niet in hun belang om zo'n persoon die voor enorme inkomsten zorgt - dagelijks door heel veel te gokken - te rapporteren".
Neuropsycholoog Ruth van Holst denkt dat de gokbedrijven er hoe dan ook baat bij hebben om mee te werken aan een actief preventiebeleid. "Ze willen een goede naam hebben", legt ze uit. "Wij weten dat hun verdienmodel zo is dat mensen zo lang mogelijk moeten gokken. Dus ik denk wel dat ze voor hun imago niet te boek willen staan als een criminele organisatie, maar het is ook zo dat ze verdienen aan de mensen die veel gokken."
Wie is nu verantwoordelijk?
Wie de rekening betaalt, is op dit moment de overheid. Dat vindt gedragseconoom Fairley terecht. "Ik zie online gokken - en daarmee de fout ingaan - gewoon als een verslaving die je ook hebt voor narcotica, waarvan we zeggen dat mensen ermee in aanraking zijn gekomen en in de problemen zijn beland. Dit is een genotsmiddel en de overheid heeft het toegestaan. Als mensen in de problemen komen en de maatschappelijke kosten zijn hoog, dan is het de overheid die moet aanbieden dat deze mensen geholpen kunnen worden."
Verslavingskliniek-directeur Steutel is het daar niet mee eens. Hij vindt dat de gokbedrijven verantwoordelijk zijn en dat het preventiebeleid dat bestaat écht moet worden uitgevoerd. "De Kansspelautoriteit moet meer doorzettingsvermogen krijgen en kunnen zeggen: doe jij dat niet goed? Dat is dan jammer, maar dan moet je wel voor de schade gaan betalen."
Steutel vervolgd: "Als we kunnen aantonen dat het preventiebeleid faalt van dat bedrijf en je hebt de kwetsbaren in onze samenleving niet beschermd, maar er wel veel geld aan verdiend, dan vind ik niet dat de maatschappij moet betalen. Dan moet je toch echt naar de aanbieder kijken voor de behandeling en de schade die is aangericht."
Neuropsycholoog Van Holst merkt op dat in andere landen, zoals Australië en het Verenigd Koninkrijk, diverse rechtszaken lopen om de gokindustrie aansprakelijk te stellen. "Ik heb een probleem ontwikkeld dóór de industrie. Zij hebben dit soort spellen op mij losgelaten. Alleen ik denk wel dat de gokindustrie beter hun best zou kunnen doen om het te voorkomen."
Ex-verslaafde Lazeroms legt de verantwoordelijkheid voor zijn verslaving bij zichzelf. "Ik maak die keuzes. Alleen ik denk dat als de gokindustrie wel beter hun best kunnen doen om het te voorkomen."
Wat kost online gokken onze samenleving en wie draait er op voor de kosten? Je ziet het zaterdag om 22.00 uur in Stand van Nederland: Generatie Next op NPO 2. Eerdere afleveringen kijk je hier terug op NPO Start.