Buitenlandse investeerders in de rij voor Nederlandse start-ups: ‘We willen kennis hier houden’

Buitenlandse investeerders staan in de rij om te investeren in snelgroeiende jonge Nederlands bedrijven, zogenoemde start-ups. Het risico daarvan is dat Nederlandse bedrijven snel naar het buitenland vertrekken. “We merken dat Amerikaanse investeerders zowel agressiever als assertiever zijn,” aldus Karel Nanninga, manager van een start-up. “Zij benaderen ons uit zichzelf om mee te mogen doen in de vervolgronde. West-Europese investeerders daarentegen moeten wij zelf benaderen.”

Volgens investeerder René Savelsberg kunnen we in Nederland de concurrentie makkelijker aan als we grotere fondsen hebben, zodat we meer kunnen investeren. “In vergelijking tot het buitenland zijn die fondsen hier in Nederland nog minimaal.”

Rendementen

VVD-fractievoorzitter in de Eerste Kamer, Annemarie Jorritsma is voor de Nederlandse vereniging van participatiemaatschappijen al langer in gesprek met pensioenfondsen om te proberen ze meer te interesseren voor het investeren in start-ups, vertelt ze bij Goedemorgen Nederland op NPO 1.

“In het verleden zeiden ze elke keer: de rendementen zijn te laag. En wij zijn grote fondsen, dus de bedragen die erin rond gaan zijn te laag.” Maar die tijd is volgens Jorritsma voorbij. Inmiddels zijn er goede rendementen te behalen, en draait het om grote bedragen.

Jorritsma wil graag dat start-ups met kennis over de energietransitie en manieren om de zorg betaalbaar te houden onder de Nederlandse vlag blijven. “We hebben door corona en de oorlog in Oekraïne gezien dat enige zelfredzaamheid toch wel van belang is.” Zonder overigens de globalisering meteen in de prullenbak te gooien, nuanceert ze.

Verenigde Staten

Ze vindt het bijvoorbeeld jammer dat betalingssysteem Mollie in buitenlandse handen is gekomen. “Dat heeft heel veel opgebracht uiteindelijk.”

“Ik geloof wel dat Nederlandse ondernemers in Nederland blijven, en zich dus enkel laten financieren door buitenlandse investeerders. Maar ze krijgen wel sneller kennis van de grotere markten, en dan loop je het risico dat ze op een gegeven moment zeggen: we gaan naar Amerika. Dat willen we niet.”

Philips en ASML zijn intussen eigen investeringsfondsen begonnen voor technologische bedrijven. Pensioenfondsen als ABP zouden moeten volgen, als het aan Jorritsma ligt. Die doen namelijk wel dit soort investeringen in de Verenigde Staten, mede omdat de aandelenoptieregeling daar veel beter is. Start-ups kunnen dan hun personeel onder meer uitbetalen in aandelen, wat de kosten voor zo’n start-up lager maakt.

LEES OOK: De Hypotheker: snelle stijging hypotheekrente lijkt voorbij

Door: Redactie