Ontwikkelingshulp vloeide naar Palestijnse terreurgroep: ‘Nederland was tamelijk naïef’

Nederlandse ontwikkelingshulp is gebruikt om terrorisme te financieren in Palestijnse gebieden. Dat blijkt uit een rapport van een Israëlische veiligheidsdienst dat in handen is van parlementair journalist voor Elsevier Weekblad Eric Vrijsen.

Vrijsen denkt dat de Nederlandse overheid “in goed vertrouwen” dacht dat dit geld daadwerkelijk richting  een hulporganisatie ging. Toch vindt hij dat Nederland “tamelijk naïef was”, zo zegt hij in Goedemorgen Nederland op NPO 1. “Er waren in Israël al grote vraagtekens bij deze organisaties.” Nederland had volgens de parlementair journalist beter onderzoek moeten doen naar de daadwerkelijke bestemming van het geld. “Dat wordt gecheckt. Maar de indruk die ik krijg uit het rapport is dat het vooral een papieren check was, en geen daadwerkelijke check.”

Er vond naderhand een accountant-onderzoek plaats, maar daar zat nu juist het probleem, zegt Vrijsen. Uit het rapport werd duidelijk dat er stelselmatig gefraudeerd werd met hulpbedragen. “Er was een enorm verfijnd systeem opgezet om documenten te vervalsen”, legt hij uit. “Ze hadden zelfs een eigen drukkerij om facturen op te stellen. Daardoor ging soms driekwart of meer dan 90 procent van het geld naar terreurorganisaties.”

Volksfront voor de Bevrijding van Palestina

Hulpinstanties voor boeren, medische zorg, mensenrechten en kwetsbare kinderen fungeerden op deze manier dekmantel van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (in het Engels: Peoples Front for the Liberation of Palestine). Dat is een groepering die op de Amerikaanse en EU-lijst van terroristische organisaties staat. Het doel van deze partij is om de staat Israël te vernietigen.

Het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina werd opgericht in 1976 door George Habash. “In de jaren 70 waren zij betrokken bij heel veel vliegtuigkapingen en ook bij bloedbaden op vliegvelden in Europa. Vaak waren passagiers van de Israëlische luchtvaartmaatschappij El Al dan het slachtoffer”, legt Vrijsen uit. “Bij de Tweede Intifada zijn zij ook in Israël en de Palestijnse gebieden aanslagen gaan plegen op Joodse mensen.”

Betrouwbaarheid

Het inlichtingenrapport, Foreign Funding of PFLP terrororganisations through the network of civil social organisations, is op de voorpagina voorzien van de logo’s van inlichtingendienst Shin Bet en van een van de Israëlische ministeries. PFLP staat voor Peoples Front for the Liberation of Palestina (het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina).

De naam van de inlichtingendienst die het rapport heeft opgesteld mag Vrijsen niet onthullen. “Een inlichtingendienst is in principe altijd een geheime dienst, dus die gaat niet zomaar informatie overhandigen.” Maar, zegt hij: “De goede verstaander weet welke inlichtingendienst het is.”

De authenticiteit van het rapport heeft Vrijsen “bij goede andere bronnen in Israël kunnen vaststellen”. “Ik heb laatst een groot verhaal over Kaag gemaakt waardoor ik op dit onderzoek stuitte. Vervolgens kreeg ik die contacten en heb ik dat rapport drie uur lang mogen inzien.” Vervolgens sprak hij erover met een hoge inlichtingenfunctionaris in Jeruzalem.

Het rapport bevat veel documentatie over allerlei politieverhoren. “En het zijn de bekentenissen van vier agenten van het Volksfront zelf die zijn opgeschreven”, zegt Vrijsen.

Miljoenen euro’s

Het zou gaan om miljoenen euro’s per jaar voor zeven ngo’s die werkzaam zijn in de Palestijnse gebieden. Naast Nederland werden ook Spaanse, Duitse, Zwitserse, Zweedse, Britse en Belgische donoren en EU-instanties opgelicht.

Het onderzoek naar geldstromen rond het Volksfront begon na een bomaanslag op 23 augustus 2019 in Ein Bubin Bron, vertelt Vrijsen. Dat is een locatie op de Westelijke Jordaanoever nabij de Joodse nederzetting Dolev. “Daarbij is een 17-jarig Joods meisje om het leven gekomen. Haar vader, een rabbijn, en haar broer, raakten zwaargewond.”

Voor die aanslag werden vier leden van het Volksfront opgepakt. “Daarbij bleek dat twee daders op de loonlijst stonden van een Palestijnse boerenorganisatie die door Nederland werd gesponsord”, legt Vrijsen uit. “Toen heeft minister Kaag die betalingen onmiddellijk gestopt.”

Geldkraan weer opengedraaid

Op aandringen van het Tweede Kamerlid Tunahan Kuzu (DENK) besloot D66-minister Sigrid Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) twee weken geleden juist de betalingen aan de Palestijnse boerenorganisatie te hervatten. “In haar verklaring zegt ze dat de nood ter plaatse hoog was en dat mensen gerekend hadden op dit geld”, zegt Vrijsen. “Dat zou dan nu gaan via een andere organisatie die volgens de minister veilig is. Maar als je het rapport leest, denk je: vertrouw niet op de blauwe ogen van deze mensen, of de ‘papieren werkelijkheid’ die daar wordt gecreëerd. Want het is toch tamelijk frauduleus gebleken allemaal.”

LEES OOK: Nederlandse ontwikkelingshulp naar Palestijnse terroristen: ‘Daar moet je natuurlijk onmiddellijk mee stoppen’

Door: Redactie