Tekstgrootte
Artikel delen
  • Gekopieerd

‘Onderzoek naar geroofd Joods vastgoed vaak onvoldoende’

Peter Visser

De onderzoeken die 39 gemeenten hebben ingesteld naar wat er gebeurde met onteigend Joods vastgoed in en na de Tweede Wereldoorlog zijn kwalitatief niet allemaal even goed. Dat zegt voorzitter van het Centraal Joods Overleg (CJO) Ronny Naftaniel tegen journalistiek platform Pointer van KRO-NCRV. "Gemeenten zeggen soms te gemakkelijk dat ze niets over naheffingen hebben kunnen vinden."

Geschat wordt dat in de oorlog tussen de 16.000 en 20.000 woningen zijn onteigend. Van 7107 van deze woningen, die staan beschreven in vastgoedboeken (de Verkaufsbücher), is duidelijk dat ze zijn onteigend en vervolgens doorverkocht, aldus Pointer, dat er eerder over schreef.

Volgens het platform zijn publicaties van Pointer voor veel gemeenten reden geweest onderzoek in te stellen naar wat er met het Joods onroerend goed in hun gemeente gebeurde. Inmiddels 39 gemeenten doen onderzoek of hebben dat onderzoek al afgerond.

'Kunnen ook andere misstanden spelen'

Volgens Naftaniel moeten gemeenten niet alleen de onderzoeksvraag stellen of zij ook een rol hebben gespeeld bij de verkoop van Joodse panden. "Er kunnen ook andere misstanden spelen. Zo kan het zijn dat een gemeente heeft gefaciliteerd, bijvoorbeeld door aan te geven waar Joden woonden. Maar ook de vraag of de gemeente zelf Joodse panden heeft aangekocht is een belangrijke, net zoals de vraag of er na de oorlog heffingen zijn opgelegd."

De gemeente Maastricht deed bijvoorbeeld tussen 30 juni en 5 juli vorig jaar een verkennend onderzoek, waarbij de gemeente wilde weten of er gemeentelijke belastingen zijn geïnd over de panden die zijn onteigend, aldus Pointer. Na onderzoek door de gemeentelijke archieven, konden medewerkers van het Regionaal Historisch Centrum Limburg daar niets over vinden. De gemeente besloot geen verder onderzoek in te stellen. "In een week tijd onderzoek doen? Dat kan niet", zegt Naftaniel.

Veel gemeenten nemen volgens hem de vastgoedboeken als uitgangspunt. "Maar ongeveer 60 procent van de onteigende huizen staan daar niet in omdat ze niet zijn doorverkocht. Er zijn veel meer plekken waar je moet kijken."

'Onderste steen boven'

Bestuurslid van het Nationaal Comité 4 & 5 mei en voormalig burgemeester van Maastricht Onno Hoes vindt dat "de onderste steen boven moet komen". "Ik wist niks van dit onderzoek. Maar ik ben het met Naftaniel eens: dit klinkt wel heel makkelijk", zegt hij in Goedemorgen Nederland op NPO 1. "Dat je een beetje onderzoek doet en zegt: er is niks."

Dat valt voor Hoes niet te begrijpen. "Er is zoveel informatie te vinden. Dat je bij de eerste zoektocht niets kunt vinden, snap ik. Maar je kunt met heel veel mensen praten om erachter te komen wat van wie was, waar mensen naartoe zijn gegaan en waar de overlevenden zijn."

Hoes is zelf van Joodse afkomst. "Ik heb zelf gezien dat bij mijn familie, waar ook huizen van in bezit zijn genomen in 's-Hertogenbosch, er hele lijsten zijn gemaakt van het interieur, met wat het allemaal waard was. Sommige mensen kregen er nog vergoedingen voor ook. Aardig dat je nog iets kreeg, maar het idee dat de Duitsers administratief zo georganiseerd waren dat alles minutieus was opgeschreven... Krankjorum."

"Alles is vastgelegd", beklemtoont Hoes. "Naftaniel heeft helemaal gelijk. Hier moet de onderste steen boven komen."

LEES OOK: Bondskanselier Merkel geeft 5 mei-lezing: ‘Unieke gelegenheid’

Ook de moeite waard
Meest gelezen
Korte WNL video's
Meer van WNL
Steun WNL

Word lid. Het telt.

Waardeert u onze programma's? Steun WNL dan met de jaarlijkse bijdrage van slechts €8,50, de wettelijk minimale verplichte bijdrage voor omroepen.

Hiermee helpt u ons journalistieke geluid te behouden en voorkomt u dat WNL zijn publieke status en zendtijd verliest.

€ 8,50 per jaar

Word lid van WNL
Goedemorgen Nederland Op Zondag Stand van Nederland Café Kockelmann In de kantine Sven op 1 Het Misdaad- bureau