Hubert Bruls: burgemeesters zeker geen voorstander van avondklok
Burgemeesters in Nederland zijn "zeker geen" voorstander van het invoeren van een avondklok. Dat heeft de Nijmeegse burgemeester en voorzitter van het Veiligheidsberaad Hubert Bruls laten weten tijdens overleg met het kabinet over de nieuwste coronamaatregelen. Deze worden vanavond bekendgemaakt door premier Mark Rutte en minister Hugo de Jonge.
De burgemeesters noemen de maatregel buitenproportioneel en vragen zich bovendien af of een avondklok het gewenste effect oplevert. Ook denken zij volgens een woordvoerster van het Veiligheidsberaad dat er nog andere mogelijkheden zijn om het aantal besmettingen verder terug te dringen. Veel meer thuiswerken en mogelijk verplichte quarantaine zou volgens de burgemeesters effectiever zijn.
Maandagavond hebben de burgemeesters dit standpunt ook al aan justitieminister Ferd Grapperhaus laten weten tijdens de reguliere bijeenkomst van het Veiligheidsberaad.
Britse coronamutant
Het kabinet denkt aan een avondklok omdat het vanwege de mogelijk zeer besmettelijke Britse variant van het virus nog noodzakelijker is dat mensen thuisblijven. Eerder sprak een meerderheid van de Tweede Kamer zich uit tegen de invoering van de avondklok.
Juridisch is er geen belemmering om een avondklok in te voeren, ook als er geen instemming komt van de Kamer. Aparte instemming van het parlement is volgens de wet die de avondklok regelt niet nodig.
'Moeilijk te handhaven'
Toch zou het kabinet nog te veel bezwaren zien voor een avondklok. Niet alleen is er de weerstand van burgemeesters en politie, ook is de maatregel moeilijk te handhaven. Er zouden te veel uitzonderingen moeten worden gemaakt voor mensen die een dringende reden hebben om toch 's avonds over straat te gaan. Dat zeggen Haagse ingewijden tegen de NOS.
Naar verwachting melden Rutte en De Jonge vanavond dat de lockdown met drie weken wordt verlengd. Als het kan, gaan de basisscholen en kinderopvangcentra op 25 januari weer open.
LEES OOK: Verlenging lockdown: ‘Tweede coronarecessie lijkt onvermijdelijk’