Verlenging lockdown: ‘Tweede coronarecessie lijkt onvermijdelijk’

Met een verlenging van de coronarecessie lijkt een tweede coronarecessie onvermijdelijk. Dat zegt Nic Vrieselaar, econoom bij de Rabobank, in Goedemorgen Nederland. “Dat betekent dat het herstel waar we allemaal naar snakken opnieuw langer op zich laat wachten.”

Een tweede coronarecessie betekent simpelweg dat er twee kwartalen achtereenvolgens sprake is van economische krimp, aldus Vrieselaar. Hij benadrukt dat de precieze cijfers nog berekend moeten worden.

“Tot en met de zomer zagen we dat het economisch gezien ontzettend goed deden”, zegt Vrieselaar. “We deden het zelfs beter dan de Verenigde Staten.” Toen we het coronavirus van de zomer verdwenen waanden, zat de Nederlandse economie nog geen 3 procent onder het niveau van voor de coronacrisis, aldus de econoom. “In landen als het Verenigd Koninkrijk was dat meer dan 9 procent. Dus in Nederland deden we het internationaal gezien heel erg goed.”

Tweede golf

Maar toen kwam de tweede golf, waardoor economen verwachten dat er in het laatste kwartaal van 2020 wederom economische krimp te zien is. “Door deze verlenging van de lockdown, maar ook omdat er bij heel veel belangrijke handelspartners opnieuw de maatregelen zijn aangescherpt (Duitsland en Verenigd Koninkrijk), verwachten we dat we dit kwartaal opnieuw minder economische activiteit hebben.”

Volgens Vrieselaar betekent dit dat de overheid meer zal moeten bijspringen. “Dat het meer geld kost en dat het misschien met een beetje pech langer duurt voordat we er helemaal bovenop zijn.”

Faillissementen

Brancheorganisaties waarschuwen al langer voor een “tsunami aan faillissementen”. Dit sluit ook Vrieselaar niet uit. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde vandaag dat er in 2020 2703 bedrijven failliet verklaard zijn. Dat is het laagste aantal faillissementen in twintig jaar. “Dus voorlopig zien we het nog niet”, zegt Vrieselaar. “Maar dat kan betekenen dat het ook nog gaat komen.”

Het wrange van deze crisis is dat de rekening ervan op het bordje komt te liggen van de jongeren, zegt Vrieselaar. “Als je terugkijkt naar vóór de coronacrisis, begin 2020, werd er gesproken over een investeringsfonds. Toen wisten we niet wat we met dat geld moesten.” Het geld wat nu uitgegeven wordt, is straks niet beschikbaar voor verduurzaming en onderwijs. Wel plaatst hij als kanttekening dat wanneer de overheid deze steun niet had geboden, jongeren waarschijnlijk ook een van de grootste slachtoffers waren geweest. “Heel erg veel jongeren hadden dan geen werk gehad. Want je ziet vaak dat de jongste bedienden als eerste worden gewipt.”

Diepe zakken

Aan het begin van de crisis beloofde minister van Financiën Wopke Hoekstra dat de “zakken diep waren”. Dat is nog altijd het geval, stelt Vrieselaar. Dat komt ook omdat de Europese Unie de gebruikelijke norm, dat een land maar 60 procent staatsschuld mag hebben ten opzichte van de economie, heeft losgelaten gezien de uitzonderlijke omstandigheden.

“Zelfs als je dat nog even vergeet zit Nederland daar nog lang niet in de buurt. In het derde kwartaal was de Nederlandse staatsschuld wel opgelopen met tientallen miljarden, en toen zaten we op 55 procent”, zegt de econoom. “Dus we hebben nog wel even te gaan tot we die 60 procent bereiken en daarna hebben we dus nog meer ruimte.”

LEES OOK: Roep om strengere coronaregels: ‘Mensen soms niet risicomijdend’

Door: Redactie