Huisarts wil tijdelijke cabine, maar gemeente laat op zich wachten
Huisarts Matthijs van der Poel is het zat. Een tijdje geleden gaf hij bij de gemeente Rotterdam aan een tijdelijke cabine bij zijn praktijk te willen zodat hij de stroom van coronapatiënten kan scheiden van niet-coronapatiënten. Hij voelt zich niet gesteund, want de besluitvorming van de gemeente laat lang op zich wachten, zo vertelt hij in Goedemorgen Nederland.
"Wij zitten in een mooi statig pand, met een voordeur die ook de uitgang is", vertelt Van der Poel. "We proberen de patiëntenstromen zo te laten lopen dat de wachtkamer zo leeg mogelijk is. Maar ik kan niet m'n hele team hier huisvesten. Ik heb nog een fysieke ruimte nodig om die stromen én de reguliere zorg te blijven leveren."
Van der Poel ziet dat huisartsen in andere gemeenten soms binnen enkele dagen een cabine hebben staan. Hij wacht zelf nu al twee en een halve week. "Wij lopen er tegenaan dat het veel moeite kost."
Coronabrandhaard
De huisarts zou graag zien dat de gemeente hem deze zorg uit handen neemt. "Dan kunnen wij ons richten op het werk dat we moeten doen: coronapatiënten bezoeken en de reguliere zorg op peil houden. Zeker in een coronabrandhaard zoals Rotterdam of andere grote steden hebben we alle ondersteuning nodig."
Sophia de Rooij, ziekenhuisbestuurder van het Medisch Spectrum Twente, heeft bij haar ziekenhuis al maanden een tent voor de deur staan om de patiëntenstromen goed te kunnen scheiden. "Het is belangrijk om de anderhalvemeter-samenleving te kunnen garanderen", zegt ze. "Een gezondheidszorgcentrum moet een veilige omgeving zijn, zowel voor patiënten als voor medewerkers."