Taalinstituut: ‘Nederlanders moeten minder Engels spreken tegen anderstaligen’

Het is vandaag Spreek Nederlands Dag, een initiatief van Ruud Hisgen van het taalinstituut in Den Haag. Het doel? Anderstaligen de kans geven om Nederlands te spreken in gesprekssituaties, zo zegt hij in WNL Op Zaterdag op NPO Radio 1.

Nederlanders spreken volgens Hisgen te vaak Engels met mensen die juist Nederlands willen leren. “We zijn een ontzettend pragmatisch ingesteld volk, dus we willen snel tot actie overgaan. Zodra een anderstalige moeilijk uit z’n woorden komt in het Nederlands, schakelen we vaak direct over naar het Engels om het die persoon makkelijker te maken.”

De Spreek Nederlands Dag heeft als doel om deze situatie om te draaien: “Ik geef Nederlands aan buitenlanders en krijg regelmatig de klacht dat ze niet de kans krijgen om de taal te oefenen met Nederlanders. Inmiddels hebben we 35.000 buttons uitgegeven waarop staat: ‘Spreek Nederlands met mij’. Zodra een anderstalige in het Nederlands wil spreken zonder over te schakelen naar het Engels, kan die persoon naar de button wijzen.”

Niet alle anderstalige durven de button toe te passen in de praktijk of überhaupt in het Nederlands te spreken. “Begrijpelijk, het is doodeng. Ik vind het zelf ook spannend om in een buitenlandse taal te spreken”, geeft Hisgen toe.

Sale

Met het gebruik van Engelstalige woorden in het Nederlands heeft de taaldocent dan weer weinig moeite. “Onze taal bulkt van de leenwoorden, dus waarom zou ik moeite hebben met woorden als ‘sale’? Soms komt het gewoon beter over.”

Door: Redactie