AI-gigafabriek in Groningen 'grote kans', maar provincie ligt er geïsoleerd bij: 'Lelylijn essentieel'
De komst van een 'AI-gigafabriek' in de provincie Groningen zou een "grote kans" zijn. Dat zegt burgemeester van Groningen Roelien Kamminga in de wintereditie van Sven op 1. In het rapport-Wennink wordt voor de komst van zo'n fabriek, ter waarde van 22 miljard euro, gepleit. Volgens Kamminga is haar provincie een ideale locatie. Een heikel thema is alleen hoe de provincie aantrekkelijker moet worden voor werknemers.
Groningen krijgt al een AI-fabriek die begin 2027 operationeel moet zijn. Een expertisecentrum is ook al in de maak, dat moet halverwege 2026 openen. De Europese Unie maakte in oktober bekend ruim 71 miljoen euro te investeren in dat project. Het expertisecentrum komt in het Niemeyer-gebouw, naar een locatie voor de AI-fabriek wordt nog gezocht. De fabriek moet een plek worden waar onderzoekers, bedrijven en overheden samenwerken aan slimme toepassingen van kunstmatige intelligentie.
Peter Wennink pleit in zijn rapport voor nog een andere Nederlandse AI-fabriek op grotere schaal. "We moeten fors investeren in de rekenkracht, in heel Nederland én heel Europa", onderstreept Kamminga, die zich bij de voorstellen van Wennink aansluit. "De afhankelijkheid die we nu van landen hebben, of het nu de Chinezen of Amerikanen zijn, is enorm. We moeten veel meer eigen baas willen zijn over onze eigen data. Daar hoort zo'n fabriek bij. Ik denk dat de provincie Groningen best ambities heeft om te kijken naar de mogelijkheden", drukt ze haarzelf zacht uit.
Luister deze uitzending van Sven op 1 hier terug als podcast:
Kamminga denkt niet dat "zo'n grote capaciteit per se op één locatie moet". Volgens haar zijn er veel plekken in het noorden van Nederland waar veel ruimte is. "En misschien zelfs samenwerking over de grens."
Waterstof als energiebron?
Een AI-fabriek kost wel veel energie. Hoe gaat de provincie dat vormgeven, aangezien het stroomnet behoorlijk is vastgelopen? "We blijven vol inzetten op waterstofenergie. Wat ons betreft is het duur, maar als we kijken naar de modellen en berekeningen, blijkt dat we niet alles via het net kunnen laten lopen. Daarom blijven we de waterstofopties verkennen, we moeten dat niet meteen aan de kant zetten. We hebben dat nodig als energiebron."
Mochten deze ambitieuze programma's gerealiseerd worden, dan hoopt Kamminga dat Groningen "haar sociale karakter en eer heeft weten te behouden, waarin we kunnen laten zien dat je bepaalde transities kunt doen en economische ontwikkeling tot stand kunt brengen zonder mensen achter te laten".
Lelylijn cruciaal
Een goede verbinding met de rest van Nederland is alleen cruciaal voor Groningen om hun ambities te realiseren. Waar veel werk is, is nou eenmaal een divers landschap aan werknemers nodig. Daar loopt de provincie tegen een heikel punt aan: de Lelylijn, de spoorverbinding die het noorden van het land via Lelystad moet verbinden met de Randstad. Nu moeten reizigers nog via Zwolle; de Lelylijn zou de reistijd flink verkorten.
Het probleem is dat het geld dat voor de Lelylijn was gereserveerd, naar een andere aan te leggen spoorlijn gaat: de Nedersaksenlijn (directe spoorverbinding tussen Enschede en Groningen via Emmen). Er was oorspronkelijk ongeveer 3,4 miljard euro gereserveerd voor de aanleg van de Lelylijn, maar de werkelijke kosten van dat project blijken veel hoger te liggen dan deze reservering.
In de Voorjaarsnota van 2025 heeft het kabinet besloten dat een groot deel van dat gereserveerde Lelylijn-budget gebruikt wordt voor andere infrastructuurprojecten, waaronder de Nedersaksenlijn.
Principiële kwestie
De Groningse burgemeester is blij dat het geld wel wordt geïnvesteerd in een lijn die zorgt voor betere bereikbaarheid van het noordoosten van het land, maar baalt van het feit dat de realisatie van de Lelylijn momenteel ver weg lijkt. "Het hele land zou hiervan profiteren. In het noorden is rust, ruimte en zijn er mogelijkheden. Dat biedt kansen voor bijvoorbeeld een ASML om verder te groeien, maar ook voor andere bedrijven die het goed doen, maar op hun huidige locatie vastlopen."
Ze noemt het een "principiële kwestie". Nederland "is een hartstikke klein land en het is wonderlijk dat we nadenken over uitbreiden op zee, terwijl we met de rug naar het noorden staan. Dat is zonde, je moet het hele land benutten. Verbindingen zijn daarin van essentieel belang."