Martin Bosma (PVV) blijft voor afschaffing van publieke omroep: 'Berichtgeving over Gaza was om van te huilen'
Nu Martin Bosma (PVV) Kamervoorzitter af is, zet hij zijn strijd tegen de NPO voort. Het Tweede Kamerlid wil de hele publieke omroep opdoeken. "Het is toch heel raar dat de overheid zich anno 2025 bezighoudt met het verzorgen van radio en televisie?", vraagt Bosma zich af in WNL op Zondag op NPO 1.
De PVV'er heeft de NPO en de NOS in de loop der jaren herhaaldelijk beschuldigd van politieke vooringenomenheid en een linkse agenda. Volgens hem moesten bepaalde programma's het imago van de Arabische wereld 'verbeteren'. Bosma diende in 2016 een motie in tegen de bestuursvoorzitter van de NPO, Shula Rijxman, met kritiek op de berichtgeving over Sinterklaas en Zwarte Piet en wat hij zag als onterechte veranderingen aan de traditie.
'Kijkers hebben zich losgeknipt'
De oud-Kamervoorzitter is niet van mening veranderd. "De radio is begonnen in 1925. We zijn ondertussen honderd jaar verder. Het is toch heel raar dat de overheid zich anno 2025 bezighoudt met radio en televisie? De jonge generatie kijkt op laptops en tablets. Die weten nauwelijks wat televisie is. Veel kijkers hebben zich losgeknipt van de kabel."
Luister WNL op Zondag nu terug als podcast.
Bosma werkte aan het begin van zijn carrière als journalist voor de NOS. "Ik had gehoopt dat u dat geheim zou houden", grapt hij tegen Rick Nieman. Is goede journalistiek geen onderdeel van de democratie, vraagt de presentator zich af. "Dat hoeft de overheid niet noodzakelijkerwijs mogelijk te maken", reageert Bosma. "Als er behoefte is aan goede journalistiek, organiseert de markt dat wel."
'Om te huilen'
De NOS kan in Bosma's ogen weinig goed doen. "Ik kijk af en toe naar het journaal en ik heb er gewerkt, maar ik zit blozend voor de televisie. Het is zo geradicaliseerd. Ik vind het heel erg. De berichtgeving over Gaza is om te huilen geweest. Dat heeft niets met journalistiek te maken."