Gedeputeerde Mijnbouwschade van provincie Limburg Elianne Demollin-Schneiders in Goedemorgen Nederland op NPO 1.
ANP
Tekstgrootte
Artikel delen
  • Gekopieerd

Mijnsluiting Limburg laat nog steeds diepe sporen na: 'Nog een lange weg te gaan'

Rick Hartkamp

Het is woensdag exact zestig jaar geleden dat de sluiting van de mijnen in Limburg werd aangekondigd door Joop den Uyl. De toenmalige minister van Economische Zaken (later minister-president) gaf in een toespraak aan geen financiële toekomst meer te zien in de Nederlandse mijnbouw. Anno 2025 ondervindt de provincie nog steeds de gevolgen.

De mijnbouw was lange tijd de financiële ruggengraat van de provincie. Na de mijnsluiting in 1974 verloren tienduizenden mensen hun baan en raakte de regio economisch in verval. Velen verhuisden en steden als Heerlen - tijdens de hoogtijdagen van de mijnindustrie een welvarende stad - hebben decennialang te maken gehad met hoge werkloosheid en armoede. Dat werkt generaties door en is nog steeds voelbaar.

Loket voor mijnbouwschade

Alhoewel de regio financieel gezien herstelt, zijn er ook andere langetermijneffecten. Zoals mijnbouwschade aan woningen, zegt gedeputeerde Mijnbouwschade van provincie Limburg Elianne Demollin-Schneiders in Goedemorgen Nederland op NPO 1. Daarom opent maandag een digitaal loket waar mensen die in huizen met mijnbouwschade wonen zich kunnen melden.

Dat zit zo: door de sluiting van de mijnen zijn alle pompen in de mijnen afgesloten, waardoor het mijnwater stijgt. Het resultaat is bodembeweging, waardoor er scheuren in huizen ontstaan. De regering heeft tot 2030 ruim 70 miljoen euro uitgetrokken voor de afhandeling van de schade. Of dat genoeg is, is nog maar de vraag, omdat niet bekend is hoeveel huizen een schademelding doen. In totaal staan er zo’n 100.000 particuliere woningen in de voormalige mijnstreken, waarvan een onbekend percentage schade heeft.

Elianne Demollin-Schneiders
Gedeputeerde

“Er is al een lange weg afgelegd, maar voor sommige gebieden moet er ook nog een lange weg afgelegd worden.”

Quote delen
  • Gekopieerd

Gedupeerden kunnen bij het loket terecht voor "hulp en begeleiding in herstel". Ook is er "concreet perspectief op herstel van schade, met budget", benadrukt Demollin-Schneiders. Vanaf 22 december worden de eerste schademeldingen in behandeling genomen. Op 2 januari opent het fysieke loket waar mensen zich kunnen melden.

Schades tot 10.000 euro worden financieel vergoed en bij hogere bedragen komt een aannemer langs voor herstelwerkzaamheden. De schade die wordt gemeld bij het loket wordt door de Commissie Mijnbouwschade beoordeeld.

"Er is al een lange weg afgelegd, maar voor sommige gebieden moet er ook nog een lange weg afgelegd worden", ziet Demollin-Schneiders. "Er is heel lang op gewacht, maar we zijn blij dat er nu een Rijksregeling is waar deze mensen terechtkunnen."

'Gingen na elkaar naar beneden'

Ondanks de aankondiging van de sluiting in december 1965, duurde het nog bijna tien jaar voordat het laatste karretje uit de mijnschacht van de Oranje-Nassau I kwam. Oud-mijnwerker (oftewel koempel) Sjeng Heuts was een twintiger toen hij dagelijks met de lift in de mijn afdaalde. "Je werkdag begon in de de bus, omdat je werd opgehaald. Vervolgens moest je je melden bij je afdeling. Je kleedde je om en daarna gingen we na elkaar naar beneden."

In de Staatsmijn Emma daalde Heuts af tot 700 meter. "Een enorm grote mijn. Wij moesten in Hoensbroek naar beneden en onder Voerendaal en Klimmen werken. Dat was twaalf kilometer. Met een personentrein werden we naar het laadpunt van de afdeling gebracht. Van daaruit moesten we nog honderden meters lopen en kruipen voordat je op je werkplek was."

Sjeng Heuts
Oud-mijnwerker

“Ik ben bovengronds nooit meer zulke collegialiteit tegengekomen.”

Quote delen
  • Gekopieerd

Hij kijkt met een voldaan gevoel terug op zijn periode als mijnwerker, "maar je had wel altijd met troep te maken". Veel mijnwerkers werden na hun werkzaamheden ziek en wisten geen hoge leeftijd te halen. Ze kregen voortdurend te maken met stof, kolenresten, roet en chemische dampen. Stoflongen en longkanker waren veelvoorkomende ziektes.

Ondanks de fysieke risico's heeft Heuts nog nooit zo'n vorm van collegialiteit meegemaakt. "Dat ben ik bovengronds nergens anders meer tegengekomen."

Generatiearmoede

Schrijver en politicoloog Tim 'S Jongers ziet dat de armoede door de mijnsluiting generatieslang doorwerkt in de provincie. "De grootouders hebben in de mijnen gewerkt, de ouders zijn in armoede terechtgekomen en dan heb je de kinderen. Je ziet dat zo'n gemeenschap structureel beschadigd raakt, maar dat de gemeenschap zelf daar de schouders onder zet en elkaar heel erg helpt."

Toch is er vijftig jaar lang te weinig naar de provincie Limburg omgekeken, vindt 'S Jongers. "Ik wil er niet te moeilijk over doen, maar het is natuurlijk ook ver van Den Haag. Het is in het zuiden van het land, we hebben er weinig last van. Ik denk dat je bij Groningen min of meer hetzelfde ziet, met aardbevingsschade. Ook daar zie je veel generatiearmoede."

Dat daar in Groningen steeds meer oog voor komt, is positief, vervolgt hij. "Maar het zijn littekens over generaties. Of je dat herstelt met alleen maar geld, durf ik mij af te vragen."

Wat vond je er van?

Laat ons weten wat je van dit artikel vindt, deel jouw mening en praat mee.

Ook de moeite waard
Meest gelezen
Korte WNL video's
Meer van WNL
Steun WNL

Word lid. Het telt.

Waardeert u onze programma's? Steun WNL dan met de jaarlijkse bijdrage van slechts €8,50, de wettelijk minimale verplichte bijdrage voor omroepen.

Hiermee helpt u ons journalistieke geluid te behouden en voorkomt u dat WNL zijn publieke status en zendtijd verliest.

€ 8,50 per jaar

Word lid van WNL
Goedemorgen Nederland Op Zondag Stand van Nederland Café Kockelmann In de kantine Sven op 1 Het Misdaad- bureau