Armoede in Nederland gestegen door wegvallen energietoeslag: 'Die mensen gaan acht jaar eerder dood'
De armoede in Nederland is vorig jaar toegenomen, berekende het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het is voor het eerst in vijf jaar dat het aantal mensen onder de armoedegrens is gestegen. Meer dan een halfmiljoen Nederlanders heeft op dit moment niet genoeg middelen om rond te komen.
De afgelopen jaren daalden de armoedecijfers juist in Nederland. Dat kwam vooral door de invoering van de energietoeslag voor mensen met een laag inkomen. In 2024 viel die toeslag weg. Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS, noemt het dan ook "niet zo verrassend" dat het aantal mensen in armoede weer steeg.
Nieuwe meetmethode
Bij armoede kijkt het CBS naar het inkomen van mensen en vooral of ze na vaste lasten aan huur, zorgpremie en energierekening genoeg geld overhouden voor de dagelijkse boodschappen en andere belangrijke zaken. "We kijken ook of ze eventueel nog voldoende spaargeld hebben om daarop terug te vallen", licht Van Mulligen toe in Goedemorgen Nederland op NPO 1. "De mensen voor wie dat niet geldt, tellen we als arm."
Dat het CBS een nieuwe meetmethode implementeerde, is niet van invloed op de hogere armoedecijfers. "Die hebben we vorig jaar ingevoerd, toen zagen we een daling van het aantal armen. Maar we hebben ook gekeken hoe het was ontwikkeld als je met de oude definitie had gereageerd. Dan had je een heel vergelijkbare daling gezien. Het belangrijkste wat we hebben gedaan, is dat we van vijf verschillende er nu één zijn gaan gebruiken. Dat is minder verwarrend en dan weten mensen waar ze aan toezijn."
'Diep in de shit'
Tim 'S Jongers schreef het boek 'Armoede uitgelegd aan mensen met geld' stelt dat mensen onder de armoedegrens "echt diep in de shit zitten". Vorig jaar waren 551.000 mensen arm, oftewel 3,1 procent van de bevolking. Naast arme mensen was er vorig jaar ook een groep van 1,1 miljoen bijna-arme mensen in Nederland. Zij leven in huishoudens met een inkomen dat 25 procent boven de armoedegrens ligt en waarvan het spaargeld en ander bezit onder de armoedegrens zitten. In 2018 waren er nog 1,5 miljoen bijna-armen.
"Wat betekenen die grenzen?", vraagt de auteur zich hardop af. "Het gaat over inkomen. Maar als je dan kijkt wat men berekent voor iemand als ik, 44 jaar en alleenstaand, dan zou ik voor 2,80 euro elke dag een gezonde warme maaltijd in elkaar moeten boksen. Als u straks een koffie gaat drinken, bent u 3,50 euro kwijt. Het verschil tussen mensen met geld en zonder geld is volgens die definitie best groot."
"Je moet ergens een definitie maken, maar de marges zijn heel smal", vindt 'S Jongers. "Voor transport wordt er dertig euro gerekend. Als u een alleenstaande vrouw bent met drie kinderen en u neemt twee keer de tram, dan bent u dertig euro kwijt. Ik denk dat we daar wel van bewust moeten zijn. Als je onder die grens leeft, ken je echt wel heel veel problemen."
Kinderen
De Belgische politicoloog maakt zich vooral zorgen over kinderen. Het CBS merkt op dat het aantal kinderen dat in armoede leeft niet daalde, maar ook niet steeg. Hun aandeel bleef gelijk op 2,8 procent van alle kinderen. Het statistiekbureau wijst erop dat het kindgebonden budget vorig jaar omhoogging.
"Als je bijvoorbeeld kijkt naar gezondheidsverschillen; dat zijn mensen die acht jaar eerder dood gaan dan wij hier op de bank. Dat zijn mensen die vaak 20 tot 25 jaar minder goede gezondheid hebben. Dat is best veel en daar zitten maatschappelijke kosten aan. Dus ik denk dat het heel belangrijk is om armoede te bestrijden."
Boekhoudkundig wonder
Ondanks de toegenomen armoede, denkt 'S Jongers dat we op de goede weg zijn. "Mijn punt is ook niet dat we het slecht doen, mijn punt is: kunnen we het nog beter doen? We moeten veel meer luisteren naar mensen die met armoede te maken hebben. Maar ook veel meer overzicht bieden. In bepaalde gemeenten kan je twintig regelingen aanspreken. Het is heel mooi dat we die regelingen hebben. Maar je moet bijna een boekhoudkundig wonder zijn om daaruit te kunnen komen."
Het CBS beschrijft ook de omstandigheden bij huishoudens die weinig te besteden hebben. Bijna de helft van de arme en bijna-arme mensen kan familie of kennissen niet te eten vragen. De meesten van hen kunnen ook geen onverwachte grote uitgave doen, versleten meubels vervangen of regelmatig nieuwe kleren kopen. Een kwart van de arme en bijna-arme mensen woont in een huishouden met problematische schulden.
Ook hebben mensen die onder of net boven de armoedegrens leven vaker gezondheidsproblemen. Vier op de tien mensen uit deze groep zegt dat hun gezondheid niet goed is, tegenover twee op de tien bij huishoudens met meer geld. De levensverwachting van mannen met weinig geld is negen jaar korter dan van mannen met meer geld. Bij vrouwen is dat verschil zeven jaar.