Ook OM-baas Rinus Otte vindt verkeersboetes te hoog: 'De verhouding is scheef'

De verkeersboetes in Nederland staan niet in verhouding tot de overtreding. Dat zei Albert Hazelhoff, de baas van het Centraal Justitieel Incassobureau dat die boetes int, vorige maand tegen de Leeuwarder Courant. Nederland heeft de hoogste boetes van Europa. Ook Rinus Otte, baas van het Openbaar Ministerie, vindt dat de verkeersboetes te hoog zijn in ons land.

De boete voor door rood rijden is 310 euro. Niet handsfree bellen kost 430 euro. Onnodig links rijden levert een boete van 280 euro op. Bij geen voorrang verlenen is dat 310 euro. De boete voor het uitdelen van een klap is lager dan voor bellen achter het stuur. "Die verhouding is scheef", beaamt Otte in WNL Op Zondag op NPO 1. 

WNL Op Zondag gemist? Beluister de uitzending hier terug als podcast:

Financiële behoefte

"De boetes op strafbare feiten vallen onder mijn verantwoordelijkheid en die houden we relatief laag", legt Otte uit. "Die koppelen we aan de ernst van het feit. Daarnaast hebben we de eenvoudigere verkeersovertredingen. Dat valt onder het gezag van de minister van Justitie. Het is al tientallen jaren zo dat dat mede wordt bepaald door de financiële behoefte van de minister van Financiën."

"Ik vind ze te hoog, maar ik ga er voor een groot deel niet over", zegt Otte over de verkeersboetes. Demissionair minister van Financiën Eelco Heinen snapt wat Otte zegt: "Tegelijkertijd hebben we het ook nodig. Ik zou zeggen: rijd niet door rood, dan hoef je het ook niet te betalen."

Foort van Oosten

Hoge verkeersboetes blijven nodig om "de politie, de brandweer en andere veiligheidsvraagstukken" te betalen, zo luidde de uitleg van demissionair justitieminister Foort van Oosten (VVD) voorafgaand aan de ministerraad in november. "Het zijn hoge boetes, dat erken ik. Dat heeft enerzijds te maken met het naleven van de verkeersregels, en anderzijds met een financieringsvraagstuk dat we hieruit betalen."

Volgens Van Oosten is het echter niet mogelijk om de boetes te verlagen. Het Openbaar Ministerie adviseerde eerder een verlaging met 30 procent, maar dat zou leiden tot een gat in de begroting van zijn ministerie dat kan oplopen tot 300 miljoen euro per jaar. "Daarvoor is geen dekking", schrijft hij in een Kamerbrief. Ook het verzoek vanuit de Kamer om ze voorlopig niet mee te laten stijgen met de inflatie, legt de minister naast zich neer. Dat zou een tekort aan opbrengsten van circa 30 miljoen euro veroorzaken.