Nederlanders wantrouwen het internet: 'Komt deels door Donald Trump'
Lollige dierenfilmpjes gemaakt met AI, maar ook serieus ogende websites die de grootste onzin verkondigen. Meer Nederlanders wantrouwen de informatie op het internet.
72 procent van de Nederlanders komt informatie op het internet tegen die volgens hen niet klopt, blijkt uit een onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek onder 5000 geënquêteerden. Twee jaar eerder was dat 67 procent en in 2021 nog 63 procent. Vooral berichten op sociale media roepen twijfel op.
25- tot 45-jarigen hebben het meeste wantrouwen. Van hen twijfelt 84 procent aan de juistheid van informatie online. Bij 65-plussers ligt dat aandeel met 48 procent aanzienlijk lager, al is de groei van de onzekerheid in deze groep de afgelopen jaren het grootst.
Voordeel van de leugenaar
"Ik zie dit als slecht nieuws", zegt hoofdredacteur van EW Magazine Hella Hueck. "Het is het voordeel van de leugenaar. Mensen worden wantrouwig als informatie niet klopt. Uiteindelijk is de samenleving slechter af. Mensen keren zich af van het nieuws en informatie die in de samenleving speelt."
Het is aan journalisten om bronnen goed te controleren, aldus Hueck in Goedemorgen Nederland op NPO 1. Maar door nepnieuws wordt de journalistiek minder vertrouwd, vervolgt ze.
Trump
Econoom Jona van Loenen geeft de schuld deels aan de Amerikaanse president Donald Trump: "Hij verkondigt open en bloot zoveel mogelijk onzin, zodat mensen de echte waarheid niet meer zien. De journalistiek heeft de taak om de waarheid te waarborgen, maar het is heel moeilijk om je ergens tegen te weren als de machtigste politicus ter wereld bewust verwarring zaait."
Maaike Timmerman, presentator van Het Misdaadbureau, snapt dat internetgebruikers het verschil tussen echt en nep niet meer zien. "Ook criminelen maken steeds meer gebruik van AI. Ze kunnen zo je stem klonen. Daar hebben ze een fragmentje van maar een paar minuten voor nodig. Je ouders worden vervolgens gebeld door 'jouw' stem met een smeekbede om geld over te maken."