Brandstofprijzen gaan vanaf 1 januari toch omhoog: 'Mensen in de regio zijn de klos'
Voormalig minister Annemarie Jorritsma is kritisch op de keuze van de Tweede Kamer om per 1 januari de brandstofaccijnzen alsnog te verhogen. In Goedemorgen Nederland op NPO 1 zegt ze dat de maatregel ten koste gaat van de automobilist en dat juist mensen buiten de grote steden hierdoor worden geraakt.
"Misschien was er wel een reden om iets meer geld naar het openbaar vervoer te sturen", zegt Jorritsma. "Maar het is altijd jammer dat de dekking weer ten koste gaat van de automobilist."
Volgens Jorritsma is het besluit onevenwichtig. "De auto wordt in de regio het meest gebruikt. De afstanden die daar gereden worden zijn het hoogst, het openbaar vervoer is daar het magerst. Mensen in de grote stad hebben van deze stijging het minste last, zullen we maar zeggen."
De Kamer besloot donderdag om bijna een half miljard euro extra vrij te maken voor het openbaar vervoer, om het schrappen van buslijnen en tariefsverhogingen te voorkomen. Dat geld wordt gevonden door de geplande accijnskorting op brandstof deels terug te draaien. Daardoor stijgt de accijns op benzine met 5,5 cent per liter, op diesel met 3,6 cent, en op lpg met 1,3 cent.
Over de grens goedkoper
Jorritsma wijst erop dat de stijging niet alleen pijn doet bij automobilisten, maar ook tot ongewenste effecten leidt. "De benzineprijzen zijn al zo hoog. Vooral in de grensstreek leidt dat ertoe dat mensen aan de andere kant van de grens gaan tanken. Die strook wordt steeds breder."