Schrijnend tekort aan studentenkamers groot probleem voor sociale vorming: 'Je moet rond achttiende huis uit'

Ombudsman van Rotterdam Marianne van den Anker vraagt aandacht voor het grote tekort aan studentenkamers. Volgens haar is het belangrijk dat jongeren rond hun achttiende het ouderlijk huis verlaten en leren op eigen benen te staan. "Fouten maken, elkaar aanspreken op gedrag. Superbelangrijk!"

De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) schat dat er op dit moment zo’n 23.000 studentenkamers te weinig zijn. Afgelopen najaar konden 22.000 studenten geen kamer vinden. Over drie jaar loopt dat tekort waarschijnlijk op tot 50.000. Ook universiteiten maken zich grote zorgen en grijpen voor het komende studiejaar al naar noodoplossingen, zoals tentenkampen.

Van den Anker ervaart het probleem zelf in haar gezin. Ze heeft vier kinderen, waarvan één een kamer zoekt in Utrecht. "Het is niet gelukt. Ik heb gisteren ook nog doorgekregen dat hij is uitgeloot voor een studentenvereniging", vertelt ze in Goedenavond Nederland op NPO 1. "Ik vind dat heel erg leuk voor die kids om onderdeel uit te kunnen maken van de studentenvereniging."

Vooral het niet kunnen vinden van een kamer is een groot probleem, zegt ze. "Als ik nu zie hoeveel jongeren – en we zitten daar middenin met ons gezin – allemaal willen studeren, maar geen betaalbare kamer vinden… Het is gewoon niet leuk voor die studenten."

Het tekort aan studentenkamers is niet nieuw, weet de Rotterdamse ombudsman. "Maar het is nu veel erger dan eerder. Het tekort aan huizen voor die kids is gewoon veel te groot. Het tekort was er al, maar het wordt steeds groter. Het is echt extreem."

'Superbelangrijk' voor ontwikkeling

Volgens Van den Anker is zelfstandig wonen belangrijk voor de ontwikkeling van jongeren. "Terwijl: ik vind het zo belangrijk, ook voor mbo-studenten, dat als je achttien wordt, je lekker de deur uitgaat en gaat samenwonen met vrienden. Met elkaar zo’n huishouden regelen. Superbelangrijk!", zegt ze.

Schrijver Splinter Chabot, ook te gast in de uitzending, herkent dit. "Ik ging naar Amsterdam voor mijn studie. Dat is een ontplofte woningmarkt. Ik heb eerst in mijn eentje gewoond. Pas later ging ik samenwonen met vriendinnen. Je leert veel van je sociale vaardigheden. Rekening houden met elkaar, samen koken..." Van den Anker vult aan: "En fouten maken en leren elkaar aanspreken op gedrag."

Einde aan hospiteren? 'Verschrikkelijk'

Studentenhuisvester DUWO wil kamerzoekenden gelijke kansen geven door een objectieve kandidatenlijst op te stellen, waaruit huurders kunnen kiezen. Daarmee zou hospiteren verdwijnen in huizen van DUWO. Van den Anker is het daar niet mee eens. "Ik vind het verschrikkelijk", zegt ze over dat plan.

"Er zijn drie vormen van studentenwoningen: privéhuizen, gekocht door rijke ouders, de gesubsidieerde rimram en studentenwoningen van DUWO. Daar is vaak een huiscultuur en nieuwe kandidaten moeten hospiteren. Het is voor mij zo ongelooflijk onbegrijpelijk dat we nu zeggen: als je met elkaar wil wonen, dan moet je iedereen maar in huis opnemen. Dat hospiteren geeft superveel stress, maar je deelt wel alles met elkaar in zo’n huis."

Volgens Van den Anker is het belangrijk dat huisgenoten zelf een keuze kunnen maken. "Als je met elkaar dingen moet delen, dan moet je niet zeggen dat iedereen daar maar toegang toe moet hebben. Dan moet je gewoon met elkaar zeggen: jij past er wel, jij niet."

Ze begrijpt dat hospiteren sociale en knappe kamerzoekenden meer kans geeft. "Maar de basis is natuurlijk dat we moeten zorgen dat er voor die kinderen en studenten heel veel huizen zijn."