Josephine Baker postuum opnieuw in de spotlights: 'Er zouden meer mensen zoals zij moeten zijn'
Vijftig jaar na haar dood staat Josephine Baker opnieuw in de belangstelling. In het Verzetsmuseum in Amsterdam is momenteel de tentoonstelling Josephine Baker: een leven vol verzet te zien, waarin haar rol als artiest, activiste en verzetsheldin wordt belicht. Ook illusionist Hans Klok, groot bewonderaar van Baker, noemt haar “een ongelooflijk sterke artiest”. Haar leven, dat begon in de armoede van het racistische Missouri en eindigde in het Panthéon in Parijs, spreekt nog steeds tot de verbeelding.
Ze bracht haar volwassen leven door op prestigieuze podia, maar zag het levenslicht in een donker, gesegregeerd Saint Louis, aan het begin van de twintigste eeuw. Josephine Baker had een zware jeugd, vertelt Klok in Goedenavond Nederland op NPO 1. "Ze maakte in haar omgeving rassenrellen mee waarbij zelfs mensen vermoord werden." Al op jonge leeftijd werkte ze als dienstmeisje en ontwikkelde ze een passie voor dans en theater, die uiteindelijk haar uitweg zou vormen. Ze besloot te vluchten uit Amerika in de jaren twintig.
“Josephine begon toen in La Revue Nègre in het Parijse Théâtre des Champs-Élysées, met dat bananenrokje,” aldus Klok. “Aanvankelijk wilde Josephine dat rokje eigenlijk niet aan, omdat ze niet neergezet wilde worden als een halve wilde.” Toch deed ze het – onder druk van haar manager Pepito – en groeide razendsnel uit tot een sensatie in Parijs.
Daarmee begon haar carrière als internationaal icoon van de roaring twenties. En hoewel ze op het podium een racistisch stereotype neerzette, voelde ze zich in Parijs naar eigen zeggen "bevrijd" van de rassenstrijd die haar jeugd in de Verenigde Staten had getekend.
Video: Josephine Baker kwam in 1928 voor het eerst naar Nederland, waar ze haar populaire shows opvoerde die voortbouwden op racistische stereotypen. Ze droeg echter niet alleen haar welbekende podiumoutfits in Nederland; ze danste ook de Charleston in Volendamse klederdracht, met oer-Hollandse klompen aan.
Tweede Wereldoorlog: Baker werd spion
Maar Bakers leven draaide niet alleen om glitter en glamour. Tijdens de Tweede Wereldoorlog sloot ze zich aan bij het Franse verzet. “Zij reisde door Europa met bladmuziek waarin allemaal geheime informatie stond geschreven met onzichtbare inkt,” aldus Klok. “Als je de partituren in het water legde, werd die informatie zichtbaar.”
Toen de Duitsers argwaan kregen, vluchtte Baker naar Casablanca, waar ze ernstig ziek werd door een infectie. “Ze kreeg door die infectie een miskraam", voegt Klok toe. Die miskraam leidde tot een nieuwe infectie, waardoor haar baarmoeder moest worden verwijderd. Na de oorlog keerde ze terug naar Frankrijk en ontving ze als eerste zwarte vrouw in de Franse geschiedenis de hoogste onderscheiding van de Franse president.
Josephine Baker ontving in 1961 het het Légion d'Honneur (Legioen van Eer) voor haar vertzetswerk tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Strijd tegen racisme
Naast haar rol als spion werd Baker ook een pionier in de strijd tegen racisme. Klok: “Ze weigerde in Amerika op te treden voor een wit publiek en eiste dat zwarte mensen ook toegang kregen tot het theater. De zwarte bevolking kon dat niet waarderen; zij zeiden dat ze de rassendiscussie op de spits dreef. Eigenlijk werd ze pas aan het eind van haar carrière geaccepteerd in eigen land."
Hoewel Josephines houding haar in de VS op kritiek kwam te staan, bleef ze zich onvermoeibaar inzetten voor gelijke rechten – onder andere tijdens de beroemde March on Washington in 1963, waar ze zij aan zij liep met Martin Luther King.
In de jaren vijftig adopteerde ze twaalf kinderen van verschillende afkomst, haar zogeheten ‘regenbooggezin’. Daarmee probeerde ze haar ideaal van wereldwijde broederschap in de praktijk te brengen. De tentoonstelling in het Verzetsmuseum laat ook deze kant van Baker zien, net als haar bijzondere band met Nederland: van de zwarte tulp die speciaal voor haar werd gekweekt tot optredens in Amsterdam en Rotterdam.
Josephine Baker adopteerde twaalf kinderen uit onder andere Frankrijk, Marokko, Korea, Japan, Colombia, Finland, Algerije, Ivoorkust en Venezuela. Samen woonden ze in een kasteel, Château des Milandes, in de Franse Dordogne.
Nalatenschap
Tot op hoge leeftijd bleef Josephine Baker optreden. In 1973 trad ze voor het eerst met groot succes op in haar geboorteland, in de beroemde Carnegie Hall in New York. Het publiek gaf haar al een staande ovatie voordat ze één noot had gezongen. Twee jaar later, in april 1975, vierde ze haar vijftigjarig jubileum als artiest met een grootse première van een nieuwe revue in Parijs. Dat zou haar laatste optreden worden.
Josephine Baker tijdens haar laatste, flambuoyante show in Theater Bobino in Parijs.

Vier dagen later werd ze namelijk in een coma in haar bed gevonden; ze had een hersenbloeding gehad. Ze werd nog overgebracht naar het ziekenhuis, maar overleed daar op 68-jarige leeftijd. De Franse overheid eerde haar met een militaire ceremonie, inclusief een 21-schots saluut – een uitzonderlijke eer voor een burger. Hoewel Baker werd begraven in Monaco, kreeg ze in 2021 postuum een symbolische plek in het Panthéon in Parijs. Daarmee werd ze de eerste zwarte vrouw die daar werd bijgezet, als erkenning voor haar strijd voor vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Josephine Baker kreeg in 2021 een symbolische plek in het Panthéon in Parijs. President Emmanuel Macron gaf een speech ter ere van de entertainer.

Josephine Baker is iemand waarvan we allemaal kunnen leren, concludeert Klok. "Ze heeft zoveel voor Frankrijk betekend – voor de hele wereld, eigenlijk." Klok vat haar nalatenschap samen: “Er zouden veel meer mensen zoals Josephine Baker moeten zijn; wat zij met haar leven heeft gedaan, is ontzettend inspirerend.”
