Tim Sweijs in Stand van Nederland.
WNL
Tekstgrootte
Artikel delen
  • Gekopieerd

Wapens zijn hard nodig, maar de defensie-industrie kan moeilijk opschalen: ‘Geen enkele risicoafdekking voor mkb'ers!’

Babette Englebert

Na drie jaar oorlog op het Europese continent beginnen defensie-fabrieken langzaam te draaien. Defensie roept de defensie-industrie op om flink op te schalen en reikt de hand uit naar mkb'ers die wapens produceren. Toch gaat dat opschalen lang niet zo rap als we zouden willen; het kan nog jaren duren voordat we op capaciteit zijn. Waarom is dat?

In Stand van Nederland: Wereld op Scherp vertelt Tim Sweijs, defensie-expert bij het The Hague Center for Strategic Studies, waar het misgaat. "Je kunt niet gelijk wapens produceren, want het opbouwen van een defensie-industrie kost tijd. Je moet fabrieken bouwen, mensen trainen, materialen verwerven en dan kun je pas iets gaan maken."

Dat Defensie de afgelopen dertig jaar met magere budgetten werkte, helpt daar niet bij, zegt Sweijs. "Mkb'ers in de defensie-industrie zijn massaal voor de civiele sector gaan produceren. Nu moeten zij ineens een u-bocht maken en zich op de defensie-industrie storten."

Overheid en mkb botsen over risico’s

Voor veel mkb'ers én grootbedrijven in de defensie-industrie is het echter lastig om die kanteling zo snel te maken. Alle stappen die zij moeten zetten om een wapen te produceren - van het bouwen van fabrieken tot het ontwerpen van wapens - kosten namelijk geld. Ondertussen dekt de overheid volgens de defensie-industrie nauwelijks de financiële risico's die daaraan vastkleven. 

Het is vaak nog onzeker hoeveel wapens Defensie wil hebben en wanneer. "Wij hebben nu zelf geïnvesteerd in extra gebouwen, mensen en productiecapaciteit. Maar als wij verder willen opschalen, hebben we gewoon meer hulp nodig. We hebben nu te weinig inzicht in de bestellingen die eraan komen", legt Job van Harmelen, woordvoerder van wapenproducent Thales, uit.

Het is bovendien altijd mogelijk dat er iets gebeurt waardoor de vraag naar materieel plotseling ineenstort, benadrukt Van Harmelen. In zo'n geval hebben bedrijven zoals Thales bakken met geld uitgegeven aan wapens die Defensie vervolgens misschien helemaal niet meer wil kopen. "Je moet wat zekerheid hebben. Vooral kleinere bedrijven lopen daar tegenaan: moet ik nu investeren? De overheid moet in ieder geval kunnen garanderen dat als wij systemen geproduceerd hebben, ze ook werkelijk verkocht worden. Eventueel in het buitenland."

Job van Harmelen
Woordvoerder Thales

“Je moet wat zekerheid hebben. Vooral kleinere bedrijven lopen daartegenaan: moet ik nu investeren? De overheid moet in ieder geval kunnen garanderen dat als wij systemen geproduceerd hebben, ze ook werkelijk verkocht worden.”

Quote delen
  • Gekopieerd

Jan Willem Hartman, Commandant Commando Materieel & IT, is verantwoordelijk voor de inkoop van wapens bij Defensie. "Dit hele proces kan absoluut sneller", beaamt hij. "Dat betekent dat wij bij Defensie huiswerk hebben."

"Maar: het bedrijfsleven heeft ook een taak. Zij moeten echt gaan zorgen dat zij sneller kunnen produceren. Hun levertijden worden continu vooruitgeschoven, want ze hebben te weinig personeel en hun productiecapaciteit is beperkt. Ik kan u vertellen dat ik met vrij veel leveranciers in gesprek ben. Wij geven graag een contract, maar waar blijven de leveringen dan?"

Defensie wacht dus lang op wapenleveringen vanwege capaciteitsproblemen bij mkb-bedrijven, waardoor het inkoopproces vertraagt. Ondertussen is het volgens mkb'ers lastig om extra vaart te maken met opschalen, omdat ze weinig financiële zekerheid hebben.

De defensie-industrie onderscheidt zich daarmee van andere industrieën, benadrukt Hans Huigen, directeur van de Stichting Nederlandse industrie voor defensie en veiligheid. "Als jij een huis koopt, vraagt een aannemer jou ook om aanbetalingen te doen. Dat soort constructies heb je nauwelijks op de defensiemarkt. Er is voor mkb'ers dus geen enkele risicoafdekking."

Europese samenwerking, is dát de oplossing?

Volgens Van Harmelen is het wel degelijk mogelijk om mkb'ers de extra financiële zekerheid te bieden die ze nodig hebben om snel op te schalen. Daarvoor is Europese samenwerking essentieel: "Als wij in Nederland iets op de markt brengen, dan kan je het in Nederland nu maar aan één klant verkopen: de Nederlandse Defensie. Met andere woorden, defensiebedrijven zijn op dit moment voor een groot deel afhankelijk van buitenlandse export. Als kleine ondernemer verkopen aan de Franse of Britse overheid, is op dit moment echter nog erg ingewikkeld"

"Daarom vinden wij dat er op Europees niveau in kaart gebracht moet worden welk materieel er in welk land wordt geproduceerd. Dan kunnen we deals maken: als wij product X kopen uit Duitsland, kopen de Duitsers product Y uit Nederland." Zo wordt de internationale defensiemarkt voor Nederlandse mkb'ers toegankelijk en hebben zij meer middelen om op te schalen.

Huigen sluit zich daarbij aan: er zijn in Nederland genoeg mkb'ers die winst kunnen maken op de internationale defensiemarkt. "We moeten gebruikmaken van onze expertisegebieden. Wij hebben bijvoorbeeld een heel goede hightech-industrie, die kunnen we ook inzetten voor productielijnen die voor de defensie-industrie van belang zijn."

'Fabrikanten moeten elkaar niet doodconcurreren, maar samenwerken'

Daarnaast zou zo'n Europese samenwerking ook voor Defensie lucratief kunnen zijn, legt Sweijs uit. "We willen helemaal niet naar een Europees leger toe, maar wat we wél willen, is gebruikmaken van Europese schaalgrootte. Als iedere krijgsmacht zijn eigen fabriekjes heeft en zelf alle systemen wil bouwen, krijg je relatief weinig bang for your buck."

Commandant Hartman sluit zich daarbij aan. "Als de Europese krijgsmacht sterker wil worden, moeten we stoppen met nationale industriepolitiek. Dan moeten we gaan gezamenlijk tanks en vliegtuigen gaan kopen. Dan moeten we stoppen met nationale eisen en speciaaltjes, zodat de fabrikanten een standaardproduct kunnen gaan leveren. En de fabrikanten moeten elkaar niet doodconcurreren, maar samenwerken. "

Tim Sweijs
Defensie-expert

“"Europa is een soort diesel nog op gang moet komen. Maar goed, als diesels eenmaal op gang zijn, dan drááien ze ook."”

Quote delen
  • Gekopieerd

"Europa is een soort diesel die nog op gang moet komen", zegt Sweijs afsluitend. "Maar goed, als diesels eenmaal op gang zijn, dan draaien ze ook."

Wat vond je er van?

Laat ons weten wat je van dit artikel vindt, deel jouw mening en praat mee.

Ook de moeite waard
Meest gelezen
Korte WNL video's
Meer van WNL
Steun WNL

Word lid. Het telt.

Waardeert u onze programma's? Steun WNL dan met de jaarlijkse bijdrage van slechts €8,50, de wettelijk minimale verplichte bijdrage voor omroepen.

Hiermee helpt u ons journalistieke geluid te behouden en voorkomt u dat WNL zijn publieke status en zendtijd verliest.

€ 8,50 per jaar

Word lid van WNL
Goedemorgen Nederland Op Zondag Stand van Nederland Café Kockelmann In de kantine Sven op 1 Het Misdaad- bureau