Verdachte explosie Tarwekamp haalt uit naar OM: 'Als jullie je werk hadden gedaan, was dit nooit gebeurd'

In de rechtbank in Den Haag vond maandag de tweede pro-formazitting plaats naar aanleiding van de zware explosie aan de Tarwekamp vorig jaar december. Een woonblok werd volledig verwoest, zes mensen kwamen om het leven en er vielen meerdere gewonden. Misdaadverslaggever Menen Seijkens zag één van de verdachten in de rechtszaal een opvallende uitspraak doen.

Seijkens zegt in Goedenavond Nederland op NPO 1 dat de verdachte zich in duidelijke bewoordingen richtte tot het Openbaar Ministerie. "Hij zei: 'Als jullie je werk goed hadden gedaan, dan was dit nooit gebeurd'."

De verdachten werden op 1 december, een paar dagen voor de explosie, namelijk aangehouden met een auto vol jerrycans "en allerlei ander materieel wat past bij wat ze uiteindelijk hebben gedaan", voegt strafrechtadvocaat Sébas Diekstra toe, die nabestaanden van de aanslag bijstaat. "Ze zijn toen aangehouden voor in principe hetzelfde feit, brandstichting met het doel om gevaar voor personen en goederen te veroorzaken."

Heeft politie niet adequaat genoeg opgetreden?

Met andere woorden, de politie had al het idee dat de mannen een aanslag gingen plegen. "De middag na de aanhouding zijn ze in vrijheid gesteld, maar ze waren nog wel verdachte. Bij mijn cliënten, nabestaanden van Tim, spookt dit door hun hoofd." De 31-jarige Tim uit Voorburg logeerde bij een vriendin aan de Tarwekamp toen de explosie plaatsvond. De vriendin werd opgenomen in het ziekenhuis, Tim overleefde het niet.

Had de politie en justitie op 1 december verder gerechercheerd, was de aanslag mogelijk te voorkomen geweest. "Als alle informatie die nu in de strafzaak zit, zoals de appconversaties over de opdracht en de lijstjes met 'je hebt dat nodig, die kleding, die benzine', werd ontdekt door keihard door te rechercheren, 'dan hadden jullie 7 december kunnen voorkomen'."

Notabene de verdachte gaf tijdens de zitting dus aan dat als de politie dieper had gegraven, de aanslag was voorkomen. "Dat gooide hij terug naar het OM. Al was dit wel de verdachte die ontkent iets te maken te hebben met de uiteindelijke uitvoering."

Gevolgen niet overzien?

Tijdens de zitting bepleitten de advocaten van de verdachten (waaronder Gerard Spong, raadsman van hoofdverdachte Moshtag B.) dat ze moeten worden veroordeeld wegens brandstichting, niet direct om de gevolgen en om het aantal doden. Misdaadverslaggever Seijkens zag in de rechtbank "dat de verdediging was dat de verdachten niet op het oog hadden dat dit de gevolgen zouden zijn".

"Het Openbaar Ministerie gaat daar absoluut niet in mee", vertelt Seijkens. "Zij zeggen dat ieder weldenkend mens kan bedenken dat op het moment dat je ergens tweehonderd liter benzine naar binnen gooit, een explosie het gevolg is." De brandstichting en uiteindelijke ontploffing was een wraakactie tegen de ex-partner van de hoofdverdachte, die in het appartementencomplex een bruidszaak had. B. betuigde later spijt voor zijn acties.

Volgens Diekstra leek de pro-formazitting meer op een inhoudelijke behandeling. "Dat hing rondom de vraag of je moord aan de tenlastelegging moet toevoegen. Nu is het brandstichting en een explosie veroorzaken met doden tot gevolg, bij moord zou het zijn dat je redelijkerwijs kon voorzien dat deze mensen in de flat om het leven zouden komen. Er ontstond een hele discussie tussen het OM en de verdediging."