Hulpverleners in Gaza staan voor vreselijke beslissingen: 'Wie is nog de moeite waard om te helpen?'
Het veldhospitaal van het Rode Kruis in Gaza komt "aan alles tekort", zegt directeur van het Rode Kruis Harm Goossens. In het veldhospitaal staan hulpverleners voor onmogelijke keuzes. "Wie is nog de moeite waard om te helpen? Dat zijn letterlijk de afwegingen."
De Nederlandse arts Geertje Govaert werkte in het veldhospitaal. "Eén van de dingen waar we op dit moment echt tekort aan hebben, zijn de buikgazen, die we nodig hebben bij buikoperaties als er grote bloedingen zijn", vertelde ze onlangs aan het Jeugdjournaal. "We opereren in tenten, onze patiënten slapen in tenten. Je bent je erg bewust van de kwetsbaarheid van dit ziekenhuis."
Volgens Goossens is het veldhospitaal eigenlijk geen ziekenhuis te noemen. "Het is gewoon een tent", verzucht hij in Goedemorgen Nederland op NPO 1. "Het zijn zestig bedden en we helpen tweeduizend mensen per week, inmiddels tienduizenden mensen totaal. Het afgelopen jaar zijn er ook vierhonderd baby's geboren in zo'n tent."
In het veldhospitaal is "een tekort aan alles", zegt Goossens. "Aan verband, pleisters, aan spullen om schoon te maken, handschoenen voor artsen, ontsmettingsmiddelen, naalden, schone lakens... Ze amputeren benen van kinderen. Dat had voorkomen kunnen worden, als we goede materialen hadden. Zo hard is het. Het is echt extreem."
Het werk doen de hulpverleners bovendien met gevaar voor eigen leven. "En er zijn constant bombardementen. Hulpverleners moeten vaak snel schuilen, zelfs tijdens een operatie."
'Wie is nog de moeite waard om te helpen?'
Goossens weet niet precies hoeveel Nederlandse hulpverleners in Gaza werken op dit moment. Arts Geertje Govaert keert binnenkort terug, weet hij. "En er is nog een Nederlandse fysiotherapeut die er geweest is. Het is onwaarschijnlijk", zegt Goossens. "Mijn lokale collega's uit Gaza kunnen niet weg, die blijven daar en werken 24 uur per dag, nu al 1,5 jaar. Het zijn allemaal helden."
Over de slachtoffers zegt hij: "Het zijn kleine kinderen met schotwonden, het zijn kleine kinderen met beenwonden, het zijn oudere mensen met schotwonden. Je hoort dat er een bombardement is, dan wacht je en weet je: er komt nu een hele stroom binnen. Ondertussen hebben hulpverleners niet de juiste materialen om te helpen."
Ze staan voor onmogelijke keuzes. "Ze doen wat ze kunnen, maar ze moeten keuzes maken. Er komen verschillende mensen binnen. Wie is nog de moeite waard om te helpen? Dat zijn letterlijk de afwegingen."
'Het vechten moet stoppen'
Onlangs kwamen er vijftien hulpverleners om het leven, waarvan acht medewerkers van het Rode Kruis. "We hebben in het humanitaire oorlogsrecht afgesproken: een rood kruis op een witte achtergrond betekent niet schieten. Nou, er zijn nog nooit zoveel hulpverleners gedood in een conflict, niet alleen van onze organisatie, zoals in het afgelopen half jaar."
Hulpverleners zijn dus "letterlijk" in levensgevaar, benadrukt Goossens. "Sommige zijn niet meer in levensgevaar, omdat ze niet meer leven."
Mensen thuis hebben misschien het gevoel dat ze moeten helpen, maar heel veel kunnen ze volgens Goossens niet doen. "We moeten erover blijven praten en er aandacht voor vragen, maar de echte oplossing is een internationale, politieke oplossing. Het vechten moet stoppen, de gijzelaars moeten vrijkomen en er moet vrije toegang komen tot Gaza, zodat mensen echt geholpen kunnen worden."
"En ik kan hier zitten. Dat is mijn kleine bijdrage", aldus Goossens vanaf de bank van Goedemorgen Nederland. "Toen ik mijn collega in Gaza gisteren sprak, zei ze: je moet dit blijven doen, deze boodschap blijven verkondigen. Dat moet in Nederland en in alle landen."