Justitieminister Van Weel: 'Verbod op gezichtsbedekking komt er'

Het verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding tijdens demonstraties komt er. Dat zegt VVD-minister David van Weel (Justitie en Veiligheid) in WNL Op Zondag op NPO 1.

In 2024 telde de politie 12.500 gevallen van agressie en verbaal geweld tegen agenten. "Er zijn allerlei mazen in de wet die bedoeld zijn voor goedwillende mensen, maar misbruikt worden door dit soort extreme activisten. We moeten terug naar normaal."

Een politievrouw blikte in het NOS-journaal terug op de bezetting van het universiteitsgebouw in Amsterdam door pro-Palestijnse demonstranten vorig jaar. "Er werd met verf gegooid, zelfs een speer. We zijn achter de bus in een veilige omgeving gaan staan. Degene die het heeft gegooid hebben we niet kunnen pakken, aangezien er gezichtsbedekking op het gezicht zat."

Luister deze uitzending van WNL Op Zondag hier terug als podcast:

'Geen goed woord voor'

"Je wordt hier woedend van", reageert Van Weel. "Dit heeft helemaal niets meer met demonstreren of je mening uiten te maken. Dit is het aanvallen van onze hulpverleners, mensen die dag in, dag uit klaarstaan voor ons. Die dan bekogelen uit de lafheid van anonimiteit, daar heb ik geen goed woord voor over."

De minister ziet dat het steeds vaker gebeurt. "We moeten grenzen stellen." Daarvoor wordt de Wet openbare manifestaties aangepast. "Dat verbod komt er en nemen we mee in de hele herziening van het demonstratierecht. Er lopen namelijk wel meer dingen de spuigaten uit als het gaat om demonstreren." Het herzieningspakket gaat einde van de zomer langs de Kamer, zegt hij.

Oproep aan burgemeesters

In de tussentijd roept Van Weel burgemeesters op om een lokaal verbod op gezichtsbedekkende kleding af te kondigen, die daarvoor al bevoegd zijn. "Sta niet toe dat mensen volledig anoniem geweld gebruiken tegen je eigen werknemers. Dat kan niet."

Ook benadrukt hij dat universiteitsbestuurders, die in het verleden met demonstranten met gezichtsbedekking in gesprek gingen, niet met ze moet spreken. "Je weet niet eens of het een student is op je universiteit. We zagen steeds meer buitenlandssprekenden mensen die zeiden iets te vertegenwoordigen en eisen stelden aan de Nederlandse universiteit. Je moet toch wel weten met wie je in gesprek bent en waarover."

Van Weel vat samen: "Er zitten grenzen aan jouw vrijheid van demonstreren versus de vrijheid van anderen op het genieten van onderwijs of niet uitgescholden te worden als je de universiteit binnenloopt."