Iraans ministerie: 'Overleg met VS over kernprogramma blijft indirect'

De net begonnen onderhandelingen tussen Iran en de Verenigde Staten worden volgend weekend wederom indirect gevoerd, waarbij de golfstaat Oman tussen de twee landen bemiddelt. Dit heeft het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken bekendgemaakt.

De eerste gespreksronde vond afgelopen zaterdag plaats en duurde volgens Iraanse staatsmedia ruim twee uur. Die meldden dat de ontmoeting “constructief” verliep. Het Witte Huis bevestigde later op de dag dat er “zeer positieve” gesprekken waren gevoerd.

Oman fungeerde tijdens dit gesprek ook al als bemiddelingspartner, omdat de golfstaat goede relaties onderhoudt met zowel Washington als Teheran. De VS wilde graag een directe verbinding, maar de Iraanse regering sloeg dat voorstel af uit onvrede over de Amerikaanse president Trumps recente beleidsvoering. Hij ging eerder over op een beleid van 'maximale druk' op Iran en dreigde met militair ingrijpen.

De onderhandelingen richten zich op twee hoofdpunten: het terugdringen van het Iraanse nucleaire programma en de mogelijke verlichting van Amerikaanse sancties. Iran benadrukt al jaren dat het kernenergie uitsluitend voor vreedzame doeleinden wil gebruiken. De Verenigde Staten, die het land ervan verdenken een kernwapen te willen ontwikkelen, streven naar een nieuwe deal met strengere voorwaarden.

De delegaties worden geleid door de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Abbas Araghchi en Steve Witkoff, speciaal gezant van de Amerikaanse president Trump. In 2018 trok Trump de VS nog terug uit het nucleaire akkoord van 2015 (JCPOA), dat onder president Obama was gesloten, omdat het volgens hem niet ver genoeg ging om het Iraanse kernwapenprogramma te beteugelen. Met de hervatting van de dialoog lijken beide landen een nieuwe poging te doen om spanningen te verminderen.

'Waarom zou het dit keer anders zijn?'

De nieuwe gespreksronde roept scepsis op bij onder anderen de Iraans-Nederlandse schrijfster Shohreh Feshtali. In een eerder interview met WNL In de Kantine zei zij weinig vertrouwen te hebben in een doorbraak. "Er zijn meer dan 46 onderhandelingen met het regime van Iran geweest en we zitten nog steeds in dezelfde situatie: angst voor een atoombom en terrorisme. Waarom denken ze dat het dit keer anders is?", aldus Feshtali.

Ze waarschuwde ook dat het opheffen van sancties vooral het regime ten goede zou komen, niet de bevolking: "Als de economische sancties verlicht worden, hebben de ayatollahs meer om te stelen. Mensen worden steeds armer. Sommigen verkopen hun organen of zelfs hun kinderen."

Feshtali uitte daarnaast teleurstelling over het Amerikaanse beleid onder Trump: "Trump kondigde tijdens zijn campagne strenge sancties aan. Hij had de stem van bijna alle Iraniërs, zelfs in Californië." Volgens haar had Washington meer druk kunnen uitoefenen op het regime in Teheran: "Als Amerika dat niet had gewild, hadden de ayatollahs niet 47 jaar kunnen regeren."