Steeds minder jongeren leren een vak: 'Mbo'ers schamen zich'
Loodgieters, verpleegsters en automonteurs: ze worden in Nederland steeds zeldzamer. De afgelopen vijf jaar is het aantal mbo-studenten met 30.000 afgenomen. Dat heeft veel te maken met vooroordelen over het mbo, legt Adnan Tekin, voorzitter van de mbo-raad, uit in Goedemorgen Nederland op NPO 1: "Ik krijg er buikpijn van. Mbo'ers doen ertoe voor de samenleving."
"Toen ik begon in 2020 waren er 504.000 mbo'ers, nu zijn het er nog maar 467.000", vertelt Tekin. "Die afname zien je ook bij het hbo en bij andere onderwijssoorten - er zijn tenslotte steeds minder jongeren in Nederland - maar bij het mbo gaat het nu wel heel hard. Dit komt allemaal bovenop de arbeidsmarktkrapte die we al hebben voor mbo-vakken." Als het tij niet keert, "dan hebben we als samenleving een probleem", denkt de voorzitter.
Tekin is niet verrast dat de animo voor beroepsonderwijs zo rap afneemt. "We moeten tegen twee problemen opboksen. Probleem één: onbekend maakt onbemind. Ouders weten niet meer wat er in een mbo-school te vinden is, en ik denk dat veel mensen die het mbo afkraken zelf nog nooit een mbo-school binnen zijn gestapt. We geven echt prachtig onderwijs."
"Probleem twee: er heerst in ons land een hoger-is-beter-mentaliteit. Iedere ouder wil dat hun kind het beter krijgt dan zijzelf, en dan kom je toch vaak op die HAVO-HBO-route of universiteitsroute uit. In de praktijk kiezen jongeren daar zelf ook eerder voor. Daar is moeilijk tegenop te boksen. En van de jongeren die wél voor het mbo kiezen, hoor ik ook vaak dat ze zich schamen om op feestjes te zeggen dat ze op het mbo zitten. Ik krijg daar buikpijn van; je doet er als mbo'er toe voor de samenleving. "
Minder waardering in het bedrijfsleven en onderwijs
Die opvatting dat mbo-werk minder waardevol is, leeft ook bij werkgevers. Tekin vertelt: "Je ziet die hoger-is-beter- mentaliteit duidelijk terug in de mbo-salarissen. Er zijn heel veel mbo-beroepen die dankzij de arbeidsmarktkrapte de afgelopen jaren al een hoger uurloon hebben gekregen, maar dan nog verdienen starters met een hbo- of wo-opleiding meer." Volgens het FNV verdient een mbo'er (vanaf mbo-niveau 2) gemiddeld 37 duizend euro bruto per jaar. Hbo- en wo-gediplomeerden verdienen gemiddeld 59,5 duizend euro bruto per jaar. Dat is ruim 1875 euro bruto verschil per maand.
Bovendien wordt het volgen van een mbo-opleiding vanuit het middelbaar onderwijs maar weinig aangemoedigd, ziet Tekin. "We hadden het net over havo. Stel, je zit nu in 4 havo, het lukt daar niet goed en je gaat naar het mbo, dan worden middelbare scholen daar niet voor beloond. Dat wordt 'afstromen' genoemd, maar wat mij betreft is dat helemaal geen afstromen"
Marianne van den Anker, gemeentelijk ombudsman van Rotterdam, erkent ook dat onze benadering van mbo-studenten moet veranderen. "Als je afstroomt, ga je ook gewoon een mooie toekomst tegemoet. Het moet uit alles gaan blijken dat wij waarde toekennen aan mensen met een mbo-diploma. Ze verdienen waardering vanuit de maatschappij, waardering in salaris, waardering als ze op feestjes zijn. Dat mensen zeggen: hé kanjer, jij hebt echt een hartstikke tof beroep."