Europese oorlogsindustrie ontwaakt uit winterslaap, maar productielijn optuigen 'duurt wel één of twee jaar'
Met de oplopende geopolitieke spanningen komt de Europese oorlogsindustrie weer op gang. Wapenfabrikanten schroeven hun productie op, waaronder een bedrijf in Nederland, dat munitie wil produceren. Hoogleraar Frans Osinga vindt het een verstandig besluit. "Het is nuttig dat een aantal ondernemers het initiatief neemt. Maar het duurt wel één tot twee jaar voor je zo'n productielijn van de grond hebt."
Ondanks de toenemende spanningen op ons continent, hebben we de afgelopen jaren alleen maar meer wapens geïmporteerd uit Amerika. "Onze eigen productiefaciliteiten in Europa waren efficiënt, maar heel dun. Wanneer we steun moesten leveren aan Oekraïne, keken we toch naar Amerika, waar veel goed materiaal vandaan komt. Maar we moeten die afhankelijkheid geleidelijk afbouwen", zegt Osinga in Goedemorgen Nederland op NPO1.
Geldkraan opengedraaid
Door de toenemende veiligheidsurgentie wordt de geldkraan voor de herbewapening van het Europese continent steeds verder opengedraaid. Vorige week kondigde voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen aan 800 miljard extra uit te willen geven aan de Europese defensie. "De industrie kan dit niet alleen, ze hebben overheidssteun nodig. Landen gaan nu met elkaar in conclaaf wie wat kan leveren en wie waar goed in is", zegt Osinga.
Het resultaat is dat een Tilburgs bedrijf munitie wil produceren. Tot het einde van de Koude Oorlog werd in Nederland al munitie geproduceerd. "We keren terug naar die periode, daar moeten we wel weer aan wennen", aldus Osinga. Hij ziet dat ondernemers lang op deze kans hebben gewacht. "Maar er zitten nog allerlei randvoorwaarden omheen voordat je zo'n industrie kunt ontwikkelen."
'Hebben al een jaar verspild'
Zo moet er voldoende financiering zijn en er moeten vergunningen komen. "Lange tijd was er een taboe bij banken en pensioenfondsen om militaire industrie te financieren." Deze taboes moesten het afgelopen jaar doorbroken worden. "We hebben daardoor een jaar verspild, omdat we in de zomer van 2022 al zagen dat als Rusland met ons in oorlog wil komen, je enorme voorraden nodig hebt wil je het volhouden."
Jarenlang werd niets met het aanvullen van deze voorraden gedaan, totdat de Amerikanen in het najaar van 2023 plotseling aankondigden het steunpakket van 50 miljard euro te stoppen. "Toen beseften we hoe de wereld eruitziet als Amerika niet meedoet. We moeten onze eigen broek kunnen ophouden."
Daarnaast zitten veel burgers niet te wachten op een oorlogsindustrie in hun buurt. "We praten wel vaak over explosieven. Niet iedereen wil dat in of rondom zijn of haar stad hebben." Voor deze productie zijn "speciale tools en expertise" nodig, wat ook niet om de hoek te vinden is. "We moeten er weer aan wennen dat het gebruikelijk is dat de overheid hier weer een rol in gaat spelen en daar de capaciteiten voor schept."
'Dertig jaar lang te weinig geïnvesteerd'
Osinga benadrukt dat Europa "enorm achter de feiten aanloopt". Dat begon bij de annexatie van de Krim in 2014 door Rusland, legt de hoogleraar oologsstudies uit. "De NAVO zei toen dat we ons weer zorgen moesten maken over artikel vijf, bondgenootschap en verdediging." Vervolgens werd besloten de defensie-uitgaven te verhogen naar twee procent van het bbp. "Het kostte ons tien jaar voordat we die twee procent hadden bereikt."
Sterker nog, "vanaf 1990 hebben we dertig jaar lang te weinig geïnvesteerd in Defensie", benadrukt Osinga. De oplossing is opnieuw kijken naar regelgeving, "die ontwikkeld is in de luxe van de afgelopen dertig jaar, omdat er geen dreiging was". Daarom moet de maatschappij weer prioriteiten stellen, onderstreept hij. "We moeten weer een militair industriebeleid vormen."
Overigens kan Europa zich niet zomaar van Amerika loskoppelen, zolang er nog enige vorm van afhankelijkheid is. "Maar op sommige gebieden gaat onafhankelijk zijn gewoon niet gebeuren, omdat veel wapensystemen al multinationaal zijn. Plus, er gaat jaren overheen voordat we zelf geavanceerde wapensystemen en voldoende munitieproductie kunnen produceren."