Vak Nederlands moet op de schop tegen laag leesniveau: 'En als je geen boek kan kopen, pik je het uit de bibliotheek'
Het leesniveau onder Nederlandse jongeren holt achteruit. Schrijver Alex Boogers, die scholen afgaat om kinderen de liefde voor het boek bij te brengen, pleit voor hervormingen in het onderwijs. "Lezen is keihard nodig en daarom moet het vak Nederlands op de schop."
Leerlingen in de tweede klas van de middelbare school hebben lang niet allemaal het leesniveau dat nodig is om goed verder te kunnen in onderwijs en leven, concludeerde de onderwijsinspectie eind vorig jaar. Het gaat volgens de inspectie vooral om leerlingen in het vmbo-b/k en het praktijkonderwijs.
"Uit onderzoek blijkt dat leerlingen op havo en vwo goed op weg zijn om de beoogde leesniveaus aan het eind van de middelbare school te behalen", vertelt Matthijs van den Berg van Inspectie van het Onderwijs in Goedemorgen Nederland op NPO 1. "Maar met name op vmbo, en dan specifiek bij de beroepsgerichte leerwegen, zien we dat heel veel leerlingen onvoldoende leesniveau hebben."
Nederland keldert in rap tempo op de internationale lijstjes leesvaardigheid. "Dat is iets om je zorgen over te maken. Leeskilometers maken is heel erg belangrijk. Ook bij geschiedenis, aardrijkskunde en wiskunde is het van belang dat je goed kunt lezen. Ook in die vakken kun je aandacht besteden aan leesvaardigheid. Daar is echt nog een wereld te winnen", aldus Van den Berg.
'Het is vooral moeten'
Alex Boogers probeert kinderen aan het lezen te krijgen. "Ik kom zelf uit een laaggeletterd milieu, een arbeidersmilieu, waarin niet vanzelfsprekend werd gelezen. Voor mij duurde het best lang voordat ik in aanraking kwam met boeken, behalve boeken die ik op school moest lezen. Maar wat je daar moet lezen, zijn niet per se boeken die iets voor jou betekenen."
Boogers legde "een lange, moeizame weg af naar de literatuur", maar werd uiteindelijk schrijver. "Zo werkt het voor heel veel jongeren. Niet dat iedereen schrijver wordt, maar er ligt altijd ergens een boek op je te wachten, alleen weet je dat niet altijd. Daar wil ik graag met jonge mensen over spreken. Ze hoeven niet mijn boeken te lezen, maar een boek."
De schrijver denkt dat er te weinig ruimte is voor literatuur op scholen. "Leraren willen wel, maar er moet heel veel, de cijfers moeten gehaald worden. En dan is literatuuronderwijs een heel klein onderdeel. Leerlingen weten daardoor helemaal niet meer wat lezen voor hen kan betekenen. Het is vooral moeten."
"Op de kleuterschool en basisschool gaat het nog een soort van goed, maar dan ga je naar het voortgezet onderwijs en komt de prestatiedrang. Op het moment dat jongeren een boek zien, denken ze: ik móét lezen en het vreet tijd. En het is allemaal een afleiding van alles wat mobiel is. Ze zoeken een zo kort mogelijke weg voor een goed cijfer tijdens hun mondeling."
'Het vak Nederlands moet op de schop'
Boogers vindt niet dat we het jongeren te makkelijk moeten maken. "Leesplezier betekent niet dat we eenvoudiger moeten schrijven. Leesplezier kan ook gaan over wat gezien wordt als een zwaar literair boek. Het gaat erom of het met begeestering wordt gebracht. Je kan over Max Havelaar praten en het naar de moderne tijd toebrengen. Je kan het hebben over kolonialisme en transgenerationeel trauma. Alles is mogelijk, als het met begeestering wordt gebracht door een docent."
Maar leerkrachten hebben de tijd er niet voor, denkt hij. "Het vak Nederlands moet op de schop. Docenten moeten meer ruimte krijgen om het over literatuur te hebben. Je moet over literatuur kunnen spreken, zoals je over een goede film spreekt." Boogers weet dat kinderen ook moeten leren spellen. "Maar er moet een herverdeling komen van het vak."
Neerlandicus Ben van der Burg praat met zijn dochter over literatuur. "Ik raad haar boeken aan, zoals Koning van de leugen. Zij vond het fantastisch, waarna ik haar weer een ander boek kon aanbevelen. Als je docent zegt: je móét dit lezen of dat lezen... Je moet veel meer over literatuur praten met elkaar. Geef tips over boeken die te maken hebben met wat op dat moment leeft. Geef ruimte aan literatuur, aan lezen."
'Pik een boek'
Stijn Fens, ook te gast in Goedemorgen Nederland, is zoon van literatuurcriticus Kees Fens. Dat legde hem geen windeieren. "Ik studeerde in Amsterdam. Daar heb je een prachtige boekhandel op het Spui. Daar kon ik alles kopen wat ik wilde. Mijn kinderen hebben geen open rekening, maar als mijn kinderen een boek willen, geef ik het."
"Ik ben heel blij met het pleidooi", zegt Fens, die ook de rol van de docent onderstreept. "Leraren Nederlands kunnen zoveel betekenen. Ik had een leraar klassieke talen en die Odyssee van Homerus voorlas en huilde bij een passage. Ik zal dat nooit vergeten. Die man heeft mij zo de liefde voor de Griekse literatuur bijgebracht."
Boogers: "Wat ik vaak heb gezegd op school: als je een boek wil lezen en je bent niet in staat om een boek te kopen, dan mag je een boek pikken uit de bibliotheek. Op het moment dat je het niet kan lenen of kopen; geestelijk voer heb je net zo zeer nodig als echt voer. Ik heb vroeger ook een boek gepikt uit de bibliotheek, The Greatest over Muhammad Ali. Ik vond het geweldig. Het had niets met Nederlandse literatuur te maken."
Spijt van de diefstal heeft hij niet. "Uiteindelijk heb ik er vijftien boeken voor geschreven."