Veel meer tieners hebben een vuurwapen op zak: 'Waar zijn hun ouders?'
Minderjarige tieners hebben steeds vaker een vuurwapen op zak. Het aantal inbeslagnames is in vier jaar tijd met veertig procent gestegen, met 358 in 2024 alleen al. Dat betekent dat er iedere dag een tiener met een vuurwapen wordt gepakt. Dat blijkt uit cijfers van de nationale politie, opgevraagd door De Telegraaf. "Waar zijn de ouders van deze kinderen?"
De politie weet dat er veel meer tieners rondlopen met vuurwapens, maar veel worden niet gepakt. ''Het 'dark number' is vele malen hoger. Dat laat ook het belang van preventief fouilleren zien'', zegt plaatsvervangend politiechef van de Eenheid Rotterdam Tolga Koklu in de krant.
Jongeren zien vuurwapens als een statussymbool. ''Daarnaast dragen ze vanwege het bendegeweld vuurwapens om zichzelf te beschermen. En de wapens zijn erg makkelijk online te kopen via bijvoorbeeld Snapchat of Instagram.''
Zwaar vuurwerk
In 2024 nam de politie 3641 keer wapens of zwaar vuurwerk in beslag bij minderjarigen, een stijging ten opzichte van 2020. Het aantal steekwapens is iets afgenomen, maar het bezit van zwaar vuurwerk is meer dan vijftig procent toegenomen, deels door de toename van bomaanslagen. Aanslagen op woningen zijn het "nieuwe liquideren" en hebben minder zware straffen dan moord. Veel jongeren, vooral uit kwetsbare wijken, raken betrokken bij criminele activiteiten. De politie pleit voor een vuurwerkverbod en betere preventie om geweld te verminderen en jongeren perspectief te bieden.
Googlen naar steekpartijen
''Ik ben op middelbarescholenjacht voor mijn zoontje. Het eerste wat ik doe is googlen op steekpartijen of gewonden wapens'', reageert programmamaker Fidan Ekiz in Goedemorgen Nederland op NPO 1. ''Het moet tegenwoordig. Je kunt er blijkbaar niet omheen. Ik denk ook: waar zijn die ouders? Waarom heeft jouw kind en wapen?''
''Ik ben opgegroeid in een ruige buurt'', zegt hoogleraar sterrenkunde Vincent Icke. ''Het ging toen ik een jaar of tien was gewoon met de vuist. Iemand raapte misschien een stok van de straat, maar erger werd het niet.''
Icke herinnert zich dat er vroeger veel meer controle was. ''Je had je ouders, de buurt, de school en de kerk. Daarna kwam pas de politie. De gelaagdheid van correctie zorgde ervoor dat je langzamerhand een acceptabele richting op ging.''