'Lonen moeten harder stijgen dan inflatie', bepleit hoogleraar Arnoud Boot
We moeten met minder mensen meer gaan produceren, is een voornemen van het kabinet voor de periode 2025-2028. Volgens hoogleraar Financiële Markten Arnoud Boot is vooral het harder stijgen van de lonen ten opzichte van de inflatie cruciaal om de economie te prikkelen.
"Het kan, zeker", zegt Boot bij Sven op 1 over het voornemen uit het hoofdlijnenakkoord. "De resultaten kun je nooit zien binnen één kabinetsperiode. Dit vereist een omvorming van de Nederlandse economie die tien à vijftien jaar gaat duren, wat meteen ook aangeeft waarom dit politiek zo ingewikkeld is. Over een aantal jaar zijn er weer verkiezingen, en dan is het resultaat van dit beleid nog niet zichtbaar, als het beleid überhaupt gevoerd wordt."
Klaas Knot
DNB-baas Klaas Knot pleitte maandag in De Volkskrant voor een ingrijpende hervorming van ons belastingstelsel. "Zijn analyse was deels correct en juist deels verkeerd", oordeelt Boot. "Wat was het grote probleem van Nederland voor de crisis, rond 2018, 2015? Het grote probleem van Nederland is dat de lonen te laag zijn. Door die relatief lage lonen hebben we een gigantisch overschot op de handelsbalans. We exporteren als gekken. We zijn oneindig concurrerend."
Beluister de uitzending van Sven op 1 hier terug:
"Maar het oneindig concurreren betekent dat we door die lagere lonen heel veel laagwaardige activiteiten hebben", benoemt Boot de keerzijde. "Denk dan aan slachterijen, aan hele delen van de tuinbouw, die relatief laagwaardig zijn. Die hebben we omdat we relatief goedkope arbeid hebben. Zowel door immigranten, als een relatief laag loongebouw. We moeten het loongebouw omhoog krijgen. Dat betekent dat de lonen scherper moeten stijgen dan de inflatie. Anders gaan de lonen qua koopkracht niet omhoog."
Geleidelijk
Als je dat zomaar doet, wakker je de inflatie weer aan, waarschuwde Knot in zijn interview. "Je maakt het bedrijven ook buitengewoon ingewikkeld", vult Boot aan. "Er zijn allerlei mkb-bedrijven en allerlei bedrijven die ingesteld zijn op die lage lonen, die dat niet kunnen hebben. Het betekent dat je dit op een geleidelijke manier moet doen, dat je het uitsmeert van een periode van zo'n acht jaar. Dan geef je bedrijven de gelegenheid om zich aan te passen. Die kunnen zich dan aanpassen aan het feit dat arbeid duurder is."
Door het opkrikken van het loongebouw gebeuren er volgens Boot twee dingen. "Bedrijven gaan zich aanpassen en zich meer richten op hoogwaardige activiteiten waar men minder mensen nodig heeft, dan wel mensen met relatief hogere inkomens kunnen veroorloven, omdat de activiteiten hoogwaardiger zijn. Laten we alsjeblieft niet huilen om alles. Wat laagwaardig is, moet afgebouwd worden. Hetgeen wat nieuw en hoogwaardig is, moet een kans krijgen."
Juiste prikkels
De economie past zichzelf aan, maar behoeft wel de juiste prikkels, bepleit Boot. "Natuurlijk begin je bij het minimumloon wat al enigszins omhooggegaan is. Dat hebben we redelijk bijgetrokken. Het loongebouw moet langzaam naar boven gebracht worden. Geen extreme loonstijgingen, maar wel loonstijgingen die boven de inflatie uitkomen. Bedrijven gaan zich dan aanpassen."