Hasna A. veroordeeld tot tien jaar cel voor slavernij in Syrië
De rechtbank heeft woensdag de 33-jarige Syriëganger Hasna A. uit Hengelo veroordeeld tot tien jaar cel, twee jaar meer dan het Openbaar Ministerie had geëist. Tijdens haar verblijf in het kalifaat van IS in 2015 hield ze een jezidi-vrouw als slavin, oordeelt de rechtbank. Het is voor het eerst dat in Nederland iemand terechtstaat voor een misdrijf gepleegd tegen jezidi's, een religieuze en etnische Koerdische minderheid.
Het OM had acht jaar cel geëist tegen A. voor het gebruiken van twee jezidi-vrouwen als huisslavin, maar volgens de rechtbank is er onvoldoende bewijs voor slavernij door A. in de zaak van het tweede slachtoffer.
De opgelegde celstraf is toch hoger dan de eis. De rechtbank noemde slavernij in het vonnis "een buitengewoon ernstig feit dat een gevangenisstraf van meerdere jaren rechtvaardigt". Ook benoemde de rechtbank dat A. er nog steeds extremistische denkbeelden op nahoudt. "Ze heeft op zitting IS-leden aangeduid als broeders en zusters en staat achter de sharia."
A. vernam de uitspraak via een videoverbinding met de gevangenis in Zwolle. Ze was in 2015 afgereisd naar Syrië om zich aan te sluiten bij de terroristische organisatie IS, waarmee ze bovendien haar kwetsbare 4-jarige zoontje in een hulpeloze toestand bracht. Ze trouwde er een IS-strijder en kreeg nog drie kinderen, tot ze van hem scheidde en in een huis van een andere IS-strijder terechtkwam in Raqqa. Die strijder hield een jezidi-vrouw als slaaf.
"Ze heeft niets gedaan om het leven van de tot slaaf gemaakte jezidi-vrouw te verzachten. Integendeel. De Nederlandse gaf de jezidi-vrouw zelf ook opdrachten om werk in het huishouden te verrichten en om voor haar zoon te zorgen. Het kwalijke daarbij is dat de verdachte dit deed in de wetenschap dat wat er in de woning gebeurde onderdeel uitmaakte van een groter geheel, de wijdverbreide en stelselmatige aanval op de jezidi-gemeenschap. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan."
De afgelopen jaren zijn meerdere IS-vrouwen veroordeeld voor hun steun aan de jihadistische strijd. Maar de zaak van A. onderscheidt zich van eerdere processen, omdat ze daarnaast werd vervolgd voor slavernij als misdaad tegen de menselijkheid. Dit behoort tot de ernstigste internationale misdrijven die er zijn, benadrukte de rechtbank.