‘Moslims liggen onder vuur’, zegt schrijver Benali: ‘Men voelt zich niet gehoord’

Het ging maandag opnieuw mis in Amsterdam. In de wijk Nieuw-West braken rellen uit en werd een tram in brand gestoken. Volgens schrijver Abdelkader Benali moet de Joodse gemeenschap op één worden gezet, maar voelt ook de moslimgemeenschap zich niet gehoord.

Benali woont in de wijk waar de ongeregeldheden maandag plaatsvonden. "Er is woede over wat er in de samenleving gebeurt. Dit is gajes. Je gaat toch geen tram bekogelen? Maar het heeft ook een beetje te maken met dat Dick Schoof de vinger wijst naar de taxichauffeurs, naar de Marokkanen en de moslims, maar niet zegt: ik ga ook met de taxichauffeurs in gesprek. Je moet met alle partijen in de stad in gesprek gaan."

Doorpakken

"Ik sprak met de woordvoerder van de taxichauffeurs", gaat Benali verder. "Die taxichauffeurs zijn bang om aangifte te doen, om beelden te delen van geweld. Die voelen zich niet gehoord. Ik denk dan: nodig die taxichauffeurs uit om met hen te praten."

Ontvang jij al onze gratis WNL-nieuwsbrief? Meld je hier aan en mis niets!

Burgemeester Femke Halsema sprak maandag met vijftien vertegenwoordigers uit de moslimgemeenschap, maar dat is volgens Benali niet genoeg. "Je moet doorpakken. Je moet de wijk in, met mensen praten, het is een proces. Men voelt zich niet gehoord."

Geen aangiftebereidheid

"Moslims liggen onder vuur", merkt Benali. "Moskeeën worden beklad en bekogeld. Vrouwen worden aan hun hoofddoek getrokken. Ze doen geen aangifte, want er is geen aangiftebereidheid onder moslims. Weet je waarom? Omdat ze bang zijn. Ik ben bedreigd op straat met m'n dochter erbij. Ik ga naar een politieagent, die zegt: doe aangifte, want moslims doen geen aangifte."

Goedemorgen Nederland gemist? Kijk deze en andere afleveringen hier terug op NPO Start.

De Joodse gemeenschap moet nu op nummer één worden gezet, vindt Benali evenwel. "Die voelen zich bedreigd. Dat zijn Joodse vrienden van mij, dat voel ik. Daarna doorpakken en ook met al die andere groepen in gesprek gaan en ook hun angst erkennen."