Onderzoek naar verschil arm en rijk wint Nobelprijs voor Economie
Onderzoekers Daron Acemoglu, Simon Johnson en James Robinson hebben de Nobelprijs voor de Economie dit jaar gewonnen. De Zweedse Koninklijke Academie van Wetenschappen beloont de drie wetenschappers voor hun vernieuwende onderzoek naar de rol van maatschappelijke instituten bij de verschillen tussen arm en rijk in de wereld.
Acemoglu en Johnson van het Massachusetts Institute of Technology en Robinson van de University of Chicago keken naar de economische en politieke systemen die Europese landen eeuwen geleden invoerden in hun kolonies. "Samenlevingen met een slechte rechtsstaat en instellingen die de bevolking uitbuiten, genereren geen groei of verandering ten goede", staat op de website van de uitreikers van de prijs.
Verkleinen van inkomensverschillen
"Het verkleinen van de enorme inkomensverschillen tussen landen is een van de grootste uitdagingen van onze tijd. De winnaars hebben het belang aangetoond van de rol van maatschappelijke instellingen hierin", lichtte juryvoorzitter Jakob Svensson toe.
De Nobelprijs voor de Economie is de laatste in de reeks van de belangrijke wetenschapsprijzen die deze maand zijn uitgereikt. Deze Nobelprijs is de enige die de in 1896 overleden Zweedse Alfred Nobel niet zelf bedacht. De Nobelprijs voor de Economie ontstond in 1968 na een donatie van de Zweedse centrale bank.
Nederlander won prijs drie jaar geleden
Drie jaar geleden werd deze prijs door de Nederlandse econoom Guido Imbens gewonnen door zijn onderzoek naar causale verbanden. "Het is een bijzondere ervaring geweest. Ik doe nog steeds hetzelfde werk, maar krijg meer uitnodigingen om lezingen te geven."
Imbens kreeg 990.000 euro door het winnen van de Nobelprijs. Dat gaat niet allemaal naar zijn onderzoek, geeft hij toe. "Ik moest dat met twee anderen delen, dus daar bleef een stuk minder van over. Ik heb daarnaast drie kinderen waarvan twee inmiddels aan de universiteit studeren. Dat is ook vrij duur."