WK vrouwenvoetbal gaat aan neus Nederland voorbij: ‘Minder toezeggingen door Europese wetgeving’
Nederland, België en Duitsland grijpen naast de gezamenlijke organisatie van het WK voetbal voor vrouwen in 2027. Brazilië krijgt van de bij de FIFA aangesloten nationale bonden de voorkeur, zo bepaalden zij via een stemming tijdens het jaarlijkse FIFA-congres in Bangkok. ''Een grote tegenvaller'', reageert sportjournalist Toine van Peperstraten in Goedemorgen Nederland op NPO 1.
''Nederland, België en Duitsland hadden een goed bid neergelegd. We maakten goede kansen. Er is enorm gelobbyd. De KNVB hield er al rekening mee...'', aldus Van Peperstraten.
Brazilië wordt het eerste Zuid-Amerikaanse land dat het WK voor vrouwen mag organiseren. Volgens de sportjournalist gaat het om de gunfactor, maar ook andere zaken spelen een rol. ''Brazilië is een goedkoper land. Bij ons konden minder juridische bevestigingen worden gedaan, omdat je te maken hebt met Europese wetgeving. De Braziliaanse president Lula da Silva heeft gewoon overal zijn handtekening onder gezet. Dus ja, alles werd al bevestigd. Er was meer financiële onderbouwing.''
Licht favoriet
Een commissie van de FIFA oordeelde vorige week al dat het Braziliaanse bid, vooral gelet op contractuele voorwaarden, licht favoriet was. "We hebben een overwinning geboekt voor de wereld, maar vooral voor het vrouwenvoetbal", zei een Braziliaanse afgevaardigde na de stemming. "Dat kunnen we nu groter maken, onder meer op scholen en op straat. We wisten dat het moeilijk zou worden, maar we zijn verenigd en daardoor succesvol gebleken." Brazilië kreeg 119 stemmen. Nederland, België en Duitsland kregen er 78. Enkele landen onthielden zich van stemming.
Nederland organiseerde in 2017 met het EK voor vrouwen voor het laatst een groot voetbaltoernooi. Dat toernooi wonnen de Oranje Leeuwinnen. Het was de eerste hoofdprijs voor de Nederlandse vrouwen. In 2021 organiseerde Nederland nog wel vier wedstrijden tijdens het EK voor mannen en ook was de finaleronde van de Nations League voor mannen vorig jaar in Rotterdam en Enschede.
Nederland, België en Duitsland presenteerden zichzelf met de bid 'Breaking New Ground'. Vooral met de korte reisafstanden tussen de dertien speelsteden hoopten de landen stemmen voor zich te winnen. In Nederland was het de bedoeling om wedstrijden af te werken in Amsterdam, Eindhoven, Heerenveen, Enschede en Rotterdam. Grote wedstrijden moesten in de Johan Cruijff ArenA en in het stadion van Borussia Dortmund plaatsvinden.