Fysiek bewijs van eeuwenoude polsstokspeer, waarmee Friese krijgers over sloot sprongen
In het Fries Museum is voor het eerst een onderdeel gevonden van een eeuwenoude polsstokspeer. Dat Friese krijgers polsstoksperen gebruikten was al bekend, maar fysiek bewijs ontbrak nog.
Junior conservator Casper van Dijk deed de afgelopen maanden onderzoek naar collectie middeleeuwse wapens in het depot van het museum en vond delen van polsstoksperen. Het gaat om de voetjes ervan, meldt Omrop Fryslân.
"Er is heel lang gedacht dat het een kandelaar was. Zet het in de grond, zet er een kaars op en dan heb je een reiskandelaar. Nu zijn ze erachter dat het een deel van een wapen is geweest", vertelt archeoloog Aldwin Wals in Goedemorgen Nederland op NPO 1. Archeoloog Wim van Es vult aan: "De vorm van het object is gebaseerd op een landbouwwerktuig, een tweetand. Het zorgt ervoor dat het object niet wegzakt in de modder."
De polsstoksperen werden dus gebruikt als wapen en om door drassige gebieden te komen. "Aan de bovenkant zat een speer en met de onderkant konden ze over de sloot springen. Maar met de onderkant kon je ook een mooie por uitdelen", vertelt Wals.
Ontvang jij al onze gratis WNL-nieuwsbrief? Meld je hier aan en mis niets!
Fierljepkampioen
De voetjes van de oude polsstokspeer werden al in 1886 en 1888 gevonden, tijdens de kanalisatie van de rivier de Tjonger of Kuinder. Anderen werden gevonden bij afgraving van kerkterpen. In het Fries heet een polsstokspeer overigens een kletsie.
Aan de hand van de vondsten heeft het Fries Museum een replica laten maken, waarmee fierljepkampioen Ysbrand Galama over een sloot is gesprongen. "Het ging hartstikke goed", zegt hij tegen Omrop Fryslân. Hij denkt overigens niet dat de Friese krijgers een aanloopje namen, maar de stok in de sloot staken en vervolgens met een korte sprong overstaken.