Mina (83) verloor bijna haar hele familie tijdens de Watersnoodramp: ‘Ik weet het nog als de dag van gister’
In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 werd Zuidwest Nederland opgeschrikt door een dijkdoorbraak. Grote delen van Zeeland, Brabant en Zuid-Holland kwamen onder water te staan. Mina Verton-Kooijman was twaalf jaar oud toen de Watersnoodramp plaatsvond. "Je zag mensen verdrinken en je kon niet helpen."
Mevrouw Verton-Kooijman herinnert het zich nog als de dag van gisteren, vertelt ze in Goedemorgen Nederland op NPO 1. Al vroeg op de zondagochtend werd haar familie gewekt door neven die in haar dorp Ouwerkerk woonden. Haar broer Han heeft direct de buren gewaarschuwd. "In de oorlog hadden we ook al water gehad, maar toen was het maar tot een halve meter gekomen. Dus in de eerste instantie waren we helemaal niet zo ongerust", vertelt ze. "Maar na een paar uur: het water steeg en steeg. En het kwam zo hoog. Tegen twaalf uur kwamen de eerste vlotjes voorbij met mensen erop."
Haar familie klom via het dakraam van de boerderij naar het dak van de schuur dat net iets hoger lag. "Die zondagmiddag was vreselijk. Het was koud, het hagelde, de golven waren heel hoog en het water was woest. Je zag mensen verdrinken en je kon niet helpen. Maar aan het eind van de middag ging ook het dak van de schuur in stukken. Mijn vader apart, mijn broer Han apart. Het gaat dan allemaal zo snel", zegt Verton-Kooijman.
Zelf moest Verton-Kooijman op haar kleine zusje passen. Ze dreven de donkere nacht in. "Die nacht: het enige wat je kon doen was bidden en vragen om behoud en of je ergens aan mocht komen. Je slingerde heen en weer. Sturen kon je niet. Je zag de dood voor ogen."
Ontvang jij al onze gratis WNL-nieuwsbrief? Meld je hier aan en mis niks!
Veel familie verloren
Op dinsdagavond werden Mina en haar zusje gered door schippers uit Yerseke. "Die kwamen het grote gat door met hun bootjes. We werden naar Goes gebracht en later mochten we een onbewoonbaar verklaarde woning in Walcheren hebben. Daar hebben we nog anderhalf jaar, want zolang duurde het voor het water weg was en het land weer kon."
Uiteindelijk is ze veel familie verloren aan de gevolgen van de ramp. "Ik ben op die ene dag mijn broer verloren, mijn oma, oom, tante, nichten, neefjes en toen we weer terugkwamen was je ook heel veel vriendinnetjes kwijt", vertelt ze geëmotioneerd.
Tekst gaat verder onder de X.
De grootste Nederlandse natuurramp, de Watersnoodramp in 1953, wordt vandaag herdacht. "Sinds de ramp is er veel gedaan op het gebied van waterveiligheid. Maar dat heeft wel 1.836 slachtoffers gekost", zegt directeur van het Watersnoodmuseum Lianne Kooiman. #WNL pic.twitter.com/ZeFgbKVZpj
— WNL Vandaag (@WNLVandaag) February 1, 2024
Het leeft nog altijd onder de bevolking
Inmiddels is ze met haar man samen vrijwilligerswerk gaan doen bij het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk en gaat ze scholen lang om haar verhaal te doen. "Volgende week mag ik het nog steeds op de school van mijn kleinzoon vertellen. Ik vind het belangrijk dat de jeugd het weet, want dat is de toekomst. Dat zijn de ingenieurs en dijkwerkers."
In totaal vonden 1836 mensen de dood, vertelt operationeel directeur van het Watersnoodmuseum Lianne Kooiman. Vandaag vindt dan ook de jaarlijkse herdenking plaats bij het Watersnoodmonument in Ouwerkerk. "Mensen komen bij elkaar. Mensen die zelf iemand zijn verloren in 1953, maar ook mensen die nog nabestaanden hebben."
Heb je Goedemorgen Nederland gemist? Kijk de aflevering hier terug op NPO Start.
De Ramp van '53 leeft nog steeds onder de bevolking, merkt ook vrijwilliger Corrie Vijverberg op. Zij overleefde de ramp toen ze zelf amper 11 maanden oud was. Thuis werd er maar amper over gesproken. "Alleen de 'leuke' dingen werden dan verteld."
Mensen verdrongen het leed vooral. Dat is volgens haar in de afgelopen jaren gelukkig veranderd. "Elke dag merk je dat niet. Dat is bij de herdenking", vertelt ze. "En als het stormt merk je dat. Dat zit er toch een beetje in bij die Zeeuwen. Dat water, daar moet je op letten."