Hulpverleners: geweld is opnieuw toegenomen
Volgens een meerderheid van de hulpverleners, bijna 75 procent, is agressie in 2023 toegenomen. Meer dan de helft van de zorgprofessionals heeft er in het afgelopen jaar maandelijks of zelfs vaker mee te maken gehad. Het gaat om schelden, schreeuwen, spugen, doodsbedreigingen of fysiek geweld. Dat blijkt uit een peiling van beroepsorganisatie NU’91 in samenwerking met de NPO Radio 1-podcast Het Misdaadbureau van Omroep WNL.
Als het misgaat, dan zijn het in de meeste gevallen de patiënten zelf die agressief worden, gevolgd door familieleden. Meer dan een vierde geeft aan dat er onvoldoende manieren zijn om alarm te slaan in dreigende situaties. Maar liefst 41 procent van de ondervraagden geeft aan hulpmiddelen, zoals een alarmknop, app of oproepsysteem te willen om adequaat alarm te kunnen slaan.
Femke Merel van Kooten, voorzitter van NU’91, noemt de resultaten schokkend. Van Kooten: “Werkgevers moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat verzorgenden en verpleegkundigen hun werk veilig en verantwoord kunnen doen. Dat moet de hoogste prioriteit hebben. Zodra een zorgprofessional in een acute, dreigende situatie terechtkomt, moet diegene direct alarm kunnen slaan. Dat dit in een kwart van de gevallen niet goed is geregeld, vinden wij als beroepsorganisatie ongekend.”
Vuurwerkverbod
Met de jaarwisseling in aantocht vindt meer dan 60 procent van de hulpverleners dat er een vuurwerkverbod moet komen. Van de zorgprofessionals die tijdens een jaarwisseling weleens een incident hebben meegemaakt, ging dat in 32 procent van de gevallen om bekogelen met vuurwerk.
Lang niet altijd doen hulpverleners aangifte. Meer dan 30 procent geeft aan er geen vertrouwen in te hebben dat de aangifte op een goede manier wordt afgehandeld. Reden voor dit wantrouwen is in de meeste gevallen het feit dat de leidinggevende het niet serieus neemt, afwimpelt of liever geen aangifte doet. Van Kooten: “Een veilig werkklimaat betekent in dit geval ook dat leidinggevenden hun werknemers serieus nemen. Dat er aangifte wordt gedaan en maatregelen worden genomen tegen de plegers.”
