Zorgpremie rijst de pan uit, oplossingen zijn er amper
Zorgverzekeraar DSW is traditiegetrouw de eerste die de zorgpremies voor het komende jaar bekend maakt. Bij deze verzekeraar betaal je straks bijna 150 euro per maand. Hoe betaalbaar is de zorg nog? Zorgverslaggever bij het Financieele Dagblad Maarten van Poll kijkt er niet vreemd van op, zegt hij in Goedemorgen Nederland op NPO 1. "Het is in lijn met wat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport had voorspeld."
Vanwege toenemende vergrijzing neemt de zorgvraag toe. Daar komt bovenop dat de lonen in de zorgsector naar aanleiding van nieuwe cao-onderhandelingen fors zijn gestegen. De kosten worden dus flink opgedreven. "Als je op de lange termijn naar de zorgkosten kijkt, zie je dat die stijgen", zegt van Poll. "Dat geld moet ergens vandaan komen."
Sinds 2020 is er al ruim 350 euro per jaar bijgekomen. Volgens de verslaggever zit daar zeker een versnelling in, maar vertekent corona het beeld een beetje van de komende jaren. Toch is het vrij realistisch dat de kosten hoe dan ook omhoog gaan en dat we dat dus zullen voelen in onze portemonnee. "Het zit nu voor een belangrijk deel in de loonkosten. Zestig tot zeventig procent van de zorgkosten zit in de lonen van zorgverleners", legt van Poll uit. Daarnaast is er een inhaalslag wat betreft de lonen gemaakt ten opzichte van andere sectoren.
De zorgkosten worden niet alleen betaald vanuit de premies die de burger betaald. Ook werkgevers dragen een bedrag af voor hun werknemers. Dat deel wordt al inhouden op het loon. "Kennelijk is dat niet genoeg", zegt van Poll. "De regel is dat die bijdrage evenveel moet zijn. Ze lopen nooit helemaal gelijk, maar op de lange termijn moet dat 50/50 zijn."
Minder marktwerking
Binnen de campagnes die de politieke partijen momenteel voeren wordt weinig gerept over deze forse stijging van de zorgpremies. Volgens van Poll is het geen leuk onderwerp om het over te hebben. Geluiden gaan op dat marktwerking de zorgsector kapot heeft gemaakt, maar de oplossingen zijn vrij ingewikkeld, zegt hij.
CDA-Kamerlid Bart van den Brink stelt dat zijn partij vindt dat de hoofdboodschap voor de zorg is "om in de toekomst veel meer te zoeken in samenwerking dan concurrentie." Het CDA pleit voor het afbouwen van de marktwerking op sommige vlakken, en voor meer samenwerking, "zodat die zorgkosten niet explosief toenemen."
Volgens de CDA'er was de marktwerking in de zorg die ooit in het leven is geroepen om stijgende zorgkosten tegen te houden geen fout. "Dat heeft ertoe geleid dat wij een stelsel hebben van solidariteit. Dat is op zich een mooi stelsel dat we hebben, maar we moeten zoeken naar een nieuwe balans, om het in de toekomst in balans te houden." Hij ziet liever geen marktwerking in specifieke sectoren van de zorg, bijvoorbeeld de wijkverpleging.
Van Poll denkt dat het - al dan niet gedeeltelijk - opheffen van de marktwerking onderdeel kan zijn van de oplossing. "Het gaat vermoedelijk meer naar een mengvorm toe", zegt hij. "De voorstellen die je nu ziet is om de marktwerking er helemaal uit te halen en terug te gaan naar het oude stelsel, zoals het voor 2006 was. En op bepaalde vlakken minder marktwerking." Hij noemt acute zorg als voorbeeld waar concurrentie weinig zin heeft. "Maar je kunt je wel voorstellen dat bij ingrepen die heel vaak worden gedaan, dat het best zinvol kan zijn om te concurreren op prijs."