Unieke studie: onderzoekers spreken 24 Hells Angels
Ondanks een verbod op Hells Angels MC Holland heeft de motorclub nog altijd actieve leden. In een unieke studie hebben onderzoekers van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR), de Vrije Universiteit Amsterdam en Erasmus Universiteit Rotterdam met maar liefst 24 leden van de Nederlandse Hells Angels gesproken. Daarover vertellen zij vanavond in het NPO Radio 1-programma Het Misdaadbureau van Omroep WNL.
Het gaat om diepgaande interviews met leden die behoren tot tien verschillende lokale afdelingen en die verschillende rollen binnen de organisatie vervullen. Nog niet eerder kregen Nederlandse onderzoekers deze mogelijkheid, omdat clubs zoals de Hells Angels erom bekend staan zich nauwelijks open te stellen voor buitenstaanders.
Hoogst haalbare binnen de motorclubwereld
De leden hebben verschillende redenen om lid te worden van de Hells Angels. De geïnterviewden geven aan dat zij de Hells Angels als het hoogst haalbare binnen de motorclubwereld zien. Sjoukje van Deuren, verbonden aan de Vrije Universiteit: ‘De Hells Angels is volgens hen de Champions League onder de motorclubs, de top van de voedselketen.’ Voordat personen volwaardig kunnen toetreden tot de club, worden zij eerst door de club ‘opgevoed’ en leren zij wat het is om een Hells Angel te zijn.
Volgens Van Deuren is het hebben van een strafblad of betrokkenheid bij criminaliteit in het algemeen geen reden om toekomstige leden het lidmaatschap te ontzeggen. ‘De meerderheid gaf aan dat zolang het criminele gedrag de Hells Angels als organisatie niet schaadt, criminele betrokkenheid geen factor is die iemand ervan kan weerhouden lid te worden. Specifieke criminele handelingen, zoals kindermisbruik of geweld tegen vrouwen, worden binnen de club als geheel afgekeurd en kan ertoe leiden dat iemand geen lid mag worden.’
Sinds 2012 pakt de Nederlandse overheid zogenoemde Outlaw Motorcycle Gangs hard aan. NSCR-onderzoeker Teun van Ruitenburg: ‘Je ziet dat verschillende leden en afdelingen op verschillende manieren op dit beleid reageren. Hoewel leden over het algemeen boos zijn en de maatregelen als onrechtvaardig ervaren, kiezen leden er vaak voor om zich eraan te conformeren, bijvoorbeeld door de hesjes met clubemblemen thuis te laten liggen. Tegelijkertijd zetten sommige leden hun clubgerelateerde activiteiten door, zij het op een aangepaste manier. Zo zoeken ze nieuwe manieren om samen te komen na sluiting van clubhuizen. Andere leden zetten zich zeer actief in om juridisch terug te vechten, bijvoorbeeld wanneer het gaat om het verbod op het dragen van clubkleding.’
De onderzoekers concluderen verder dat de repressieve maatregelen van de overheid gevoelens van onvrede oproepen bij leden van de Hells Angels die het gevoel van verbondenheid met het clublidmaatschap hebben versterkt. t