Terugkeer van de basisbeurs voor alle studenten: ‘Ik heb begrip voor de gemengde gevoelens’
Na acht jaar is de basisbeurs weer terug. Ome DUO doet weer een duit in het zakje voor studenten die het nodig hebben. Maar is de beurs wel hoog genoeg en wat te doen met de 'pechgeneratie'? Onderwijsminister Robbert Dijkgraaf zegt bij Goedemorgen Nederland op NPO 1 begrip te hebben voor de gemengde gevoelens van de generatie die tussen wal en schip viel.
In 2015 werd de basisbeurs afgeschaft en vervangen door het sociale leenstelsel tot onvrede van veel studenten. Nu wordt de basisbeurs opnieuw ingevoerd, maar dan met de goede dingen uit het leenstelsel, volgens de minister. Hij vindt het een mooi pakket. Naast de basisbeurs wordt de aanvullende beurs voor studenten van ouders die minder verdienen voor meer studenten beschikbaar. "Die wordt verruimd naar 70.000 euro als ouderlijk inkomen. De middeninkomens worden dus extra ondersteund", zegt Dijkgraaf.
Verder krijgen mbo-studenten nog dezelfde terugbetalingsregeling als studenten in het hoger onderwijs, legt de onderwijsminister uit. "Afgelopen jaar is er wel een basisbeurs voor mbo-studenten geweest en niet voor hoger onderwijs. Maar mbo-studenten moesten 'm in vijftien jaar terugbetalen, terwijl dat voor het hoger onderwijs 35 jaar is. Nu is het 35 jaar voor iedereen."
Wat wel verschillend is, is dat mbo-studenten er pas vanaf hun achttiende aanspraak op kunnen maken. Dat is voor hbo- en wo-studenten anders. Dijkgraaf zegt: "Het heeft toch te maken met dat mbo-studenten tot hun achttiende nog schoolplichtig zijn." Daarnaast weten veel mbo-studenten volgens de minister niet eens dat ze in aanmerking kunnen komen voor een beurs of vergaten het aan te vragen en gingen meteen een lening aan. Dat moet volgens hem anders. "Het is heel belangrijk om te weten dat als je student bent en je komt ervoor in aanmerking, dat je je snel aanmeldt. Als je dat voor 1 september doet, krijg je ook al vanaf dan de basisbeurs."
Spijt van de pechgeneratie
De minister moest echter wel de hand in eigen boezem steken toen zijn voorgangers het leenstelsel invoerden in 2015. Er was veel kritiek voor nodig om deze opnieuw in te voeren. D66, de partij van minister Dijkgraaf, was destijds immers groot voorstander van het leenstelsel. "Er was toen een brede coalitie. Een kabinet van VVD en PvdA die dat voorstelde en je merkte eigenlijk al in de Kamer dat bijna iedereen zei: toen waren we er voor, maar nu zien we echt de noodzaak."
Dijkgraaf merkt op dat er in acht jaar tijd veel is veranderd. "De studielening drukt op jonge mensen en levert dus heel veel stress op onder studenten. Het heeft ook te maken met de woningmarkt."
Dijkgraaf zegt spijt te hebben van de keuzes die er in het verleden zijn gemaakt en heeft begrip voor de gemengde gevoelens van de studenten die tussen wal en schip vielen tijdens het leenstelsel. "Heel vaak gaan we dingen beter doen en dan kan het niet meer met terugwerkende kracht worden teruggedraaid." Er is nu uiteindelijk een tegemoetkoming van zo'n 3200 euro voor mensen die in 2015 zijn begonnen met studeren. Maar, zegt hij: "De gemiddelde leenlast is 6000 euro meer. Iedereen die zegt: 'ik word niet volledig gecompenseerd voor alles wat ik heb misgelopen', ja, dat is waar."
Dat er geen ruimhartigere compensatie is gekomen komt voort uit een politiek besluit tijdens de onderhandelingen van de coalitievorming, zegt Dijkgraaf. "Het kabinet had heel veel prioriteiten. We gaan een miljard structureel besteden aan de basisbeurs en hebben één miljard voor de tegemoetkoming."
'Niet in verhouding'
Amerikakenner Victor Pak, ook aanwezig in de studio van Goedemorgen Nederland, vertelt dat hij gedeeltelijk ten prooi is gevallen aan de pechgeneratie. "In de eerste helft van mijn studie kreeg ik nog een basisbeurs en in de tweede helft niet meer", zegt hij. Zijn vriendin begon daarentegen met studeren in 2015 toen het leenstelsel werd ingevoerd en was net klaar met studeren voordat de basisbeurs weer wordt ingevoerd. Pak is voorstander van de herinvoering van de basisbeurs, maar vindt het wel "een toonbeeld van een soms wispelturige en onbetrouwbare overheid".
Studenten uit het leenstelsel krijgen slechts een beperkte tegemoetkoming voor hun opgelopen studieschuld. Volgens Pak is dat een vrij groot contrast met de voordelen die huidige studenten krijgen. "Dat staat helemaal niet in verhouding met wat er geleend is. Mijn vriendin heeft een studieschuld van tienduizenden euro's en ze krijgt een paar duizend terug."