Hans van Soest verwacht geen landbouwakkoord: ‘Een deel van de boerenorganisaties is sowieso al tegen’

Politiek verslaggever Hans van Soest verwacht niet dat er een landbouwakkoord zal komen, zegt hij bij WNL In de Kantine. “Een deel van de boerenorganisaties is sowieso al tegen.”

Het boerenbestaan lijkt volgens de boerenorganisaties in Nederland te worden bedreigd met voortbestaan. Jonge boeren willen graag de bedrijven van hun familie voortzetten, maar is daar nog wel de mogelijkheid voor? Van Soest ziet het somber in. “LTO, dat ooit de grootste boerenorganisatie was van Nederland, heeft enorm veel leden verloren en staat onder druk van al die andere boerenorganisaties om niet te tekenen. Ze voelen zich ook gesterkt door de BBB.”

Het landbouwakkoord komt volgens Van Soest uit de koker van Johan Remkes. “Die zei terecht dat we zoveel over de schutting gooien bij de boeren als het gaat om stikstofregels, regels voor de waterkwaliteit en dergelijke. Boeren krijgen alleen maar te horen dat het minder moet en ze zich moeten aanpassen, terwijl waar boeren behoefte aan hebben: hoe ziet ons leven er over pakweg tien, twintig jaar eruit?”

Boeren hebben jarenlang van de overheid te horen gekregen dat ze aan schaalvergroting moesten doen. Banken hebben daarvoor enorme leningen afgesloten en hebben onder meer geïnvesteerd in bijvoorbeeld nieuwe stallen. “Die boeren krijgen dan ineens te horen dat het minder moet, maar ze willen weten: hoe dan?”, zegt Van Soest. Aan tafel bij landbouwminister Adema zitten naast boerenorganisaties ook andere belanghebbenden zoals banken en supermarkten. Iedereen zal immers een steentje moeten bijdragen.

Is er nog een toekomst voor het boerenbestaan?

Jonge boeren Erik en Henrike Van den Dool komen uit een boerengezin van 11 kinderen en allemaal willen ze het boerenbestaan in gaan. Henrike vindt het lastig dat de overheid de regels zo streng maakt dat boeren volgens haar bijna niet meer mogelijk is. Toch heeft ze enig begrip voor de situatie die is ontstaan. “Nederland is zo volgebouwd, dan is het goed om bepaalde regels te bedenken. Maar het is wel fijn om dat zo te doen dat zowel de boer en de burger samen tevreden in Nederland kunnen wonen.”

Op dit moment is er volgens de jonge boerin nog veel onduidelijk over de toekomst en wat er precies moet gaan gebeuren. Ze zegt: “Een groot deel van de boeren heeft geen vertrouwen meer in de politiek. Die hebben zoiets van: we hebben jarenlang gehoord dat we moesten uitbreiden en nu ineens inkrimpen. Of dat nou terecht is of niet, dat is wel het sentiment dat leeft onder de boeren.”

Alternatieve inkomstenbronnen

Als het niet meer mogelijk is om in Nederland te boeren, overweegt Erik naar het buitenland te gaan. Momenteel is de familie ook op zoek naar andere bronnen van inkomsten op de boerderij. Bijvoorbeeld door kaas te maken van hun eigen geproduceerde melk. Henrike: “Ik weet niet of dat per sé moet, maar wij hebben er zelf voor gekozen, omdat ik ook veel broertjes en zusjes heb die ook allemaal boer willen worden. Dan moet je wel nadenken over hoe we met z’n allen brood op de plank krijgen.”

Een andere mogelijkheid is nog meer inzetten op natuurbeheer. Iets waar de Europese Unie al langere tijd op aanstuurt. Henrike: “De Europese regelgeving heeft het zo bedacht dat je als boer je verdienmodel bijna meer uit de natuur moet gaan halen, dan uit de melk zelf. Als de overheid dat zo wil en dat ze denken dat het zo moet, dan kun je wel nee zeggen, maar dan komen we er niet. Dan kunnen we dat maar beter doen.”

Lees ook:

Sterrenrestaurant De Librije bestaat dertig jaar: ‘Er kwam een moment dat het wel héél zwaar was’

Door: Matthijs Meulblok