Jaar lang oorlog in Oekraïne: ‘Land is moe, maar nog niet uitgeput’
Oekraïne is oorlogsmoe, maar nog niet uitgeput. Dat zegt oorlogsverslaggever Hans Jaap Melissen, die op dit moment in Zaporizja is, een stad in het oosten van Oekraïne. Volgens Melissen is de bevolking van het land wel bang dat de oorlog nog lang zal duren.
Deze week, op 24 februari, is het een jaar geleden dat Rusland Oekraïne binnenviel. "Mensen denken dat het een krankzinnige week kan worden", zegt Melissen in Goedemorgen Nederland op NPO 1. "Ze zijn bang dat Rusland rond de verjaardag van de oorlog iets raars gaat doen."
De bevolking van Oekraïne ziet dat de oorlog "vastloopt", zegt Melissen. De afgelopen maanden boeken de strijdende partijen amper terreinwinst. "Een vrouw zei: we zijn oorlogsmoe, maar nog niet uitgeput. Tegelijkertijd zien Oekraïners een lange oorlog aankomen. Ik ben bij de frontlinie geweest. Daar staat het stil."
Oekraïne wacht op nieuwe wapens van Westerse bondgenoten, zegt de oorlogsverslaggever. "De mensen hier zeggen: Rusland heeft zoveel manschappen. Als wij niet snel nieuwe wapens krijgen, kunnen ze toch verder oprukken." Samen met de angst voor een nieuw grootschalig Russisch offensief "zijn dat de grote zorgen in deze herdenkingsweek", zegt Melissen.
Offensief
Melissen vraagt zich af of er op korte termijn daadwerkelijk zo'n offensief van het Russische leger komt. "Ik ben aan de frontlinie geweest, bij Bachmoet. Er wordt hard gevochten, je ziet de ene inslag na de ander, maar je ziet niet een hele grote nieuwe daad van de Russen. Ik denk dat ze daar nu niet toe in staat zijn."
"Ze willen groot toeslaan, maar hebben daar niet de capaciteit voor", legt Melissen uit. "Daarom gaan ze maar door met de artilleriebeschietingen, dag en nacht. Ondertussen hebben de Russen op dit moment maar een paar honderd meter vordering per dag."
De oorlog in Oekraïne kostte tot nu toe aan zeker 7200 burgers het leven. Acht miljoen mensen sloegen op de vlucht. Ook liggen veel dorpen en steden in puin en is veel infrastructuur in het land kapotgeschoten. Minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra waarschuwt dat de oorlog in Oekraïne nog lang kan duren.
Hoekstra: nu niet stoppen met steun
In een interview met het AD, voorafgaand aan een speech voor het Europacollege in Brugge op maandag, stelt hij dat we rekening moeten houden met een langdurige strijd. "Het zal doorzettingsvermogen vergen", zegt de minister tegen de krant.
Volgens Hoekstra is er sprake van een Russische agressor die niet wordt gecorrigeerd en die bereid is de levens van zijn mensen te offeren. "We moeten rekening houden met het scenario dat er nog een keer honderdduizend Russen gestuurd worden, en nog eens honderdduizend en nog eens honderdduizend."
De minister schat dat de oorlog zelfs nog niet halverwege is. "Er gaat echt nog veel meer doorzettingsvermogen van ons gevraagd worden." Want nu stoppen met de steun aan Oekraïne kan niet volgens Hoekstra. "Dan is alles voor niets geweest. De hulp aan Oekraïne is onze morele plicht, voor een volk dat zo aangevallen wordt en een geopolitieke noodzaak tegen een agressor die anders maar doorgaat."
Lakmoesproef
"Maar het is ook een lakmoesproef voor onze geloofwaardigheid. Deze oorlog zal uitstralen tot ver voorbij vandaag of morgen", zegt de bewindsman. "Dit wordt gezien in Moskou, in Peking en Teheran. De afdronk van deze strijd moet zijn: 'aan deze steen stoot ik me niet nog eens'. Je kunt niet ongestraft de grens van een soeverein land over wandelen en dood en verderf zaaien."