Jet Bussemaker: positieve kanten aan telefoongebruik jongeren, niet per se verbieden uit klaslokaal
Laat scholen zelf bepalen of kinderen hun telefoon mogen meenemen naar het klaslokaal. Dat zegt voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving Jet Bussemaker. Volgens de voormalig minister van Onderwijs zitten er aan telefoongebruik door jongeren niet alleen negatieve, maar ook tal van positieve kanten.
"De telefoon in de klas kan problematisch zijn als je je concentratie verliest en helemaal niet meer luistert naar wat een docent vertelt. Het is prima als hier afspraken over gemaakt worden, maar ik zou het aan scholen willen overlaten of de telefoon de klas uit moet", zegt Bussemaker in Goedemorgen Nederland op NPO 1.
"We hebben beleid in Nederland waar we veel aan scholen overlaten. Ik zou het heel raar vinden als we dit element zouden uitlichten", zegt Bussemaker over de telefoon in de klas. De Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving roept op niet paniekerig over telefoongebruik door jongeren te doen. "Wij zeggen: beschouw de digitale wereld als een onderdeel van de wereld."
Bussemaker: "Doe niet alsof het heel anders is dan boeken en lesmateriaal. Het beeld dat vroeger alles beter was omdat we boeken lazen, is te geromantiseerd. De generatie van nu kijkt daar zo helemaal niet naar. De online wereld is een onderdeel van het leven."
'We zien snel paniek'
Jongeren zitten tegenwoordig vaak uren per dag op hun telefoon. Volgens Bussemaker, die naar eigen zeggen zelf twee tot drie uur per dag online is, worden te vaak de negatieve kanten belicht. "We zien dat er al snel paniek is, dat kinderen veel te veel online zijn en dat het slecht is voor je gezondheid en andere dingen niet meer doet. Er zijn negatieve bijeffecten, je kan verslaafd raken, het kan leiden tot te weinig lichamelijke beweging."
"We zien dat al het onderzoek dat gedaan wordt, zich in de vraagstelling richt op mogelijke negatieve aspecten. Wij constateren dat er ook positieve aspecten zijn, bijvoorbeeld het bestrijden van eenzaamheid en het opzoeken van andere gemeenschappen", gaat ze verder. "Stel je voor dat je ontluikende homoseksuele gevoelens hebt, maar woont in een omgeving waar dat niet makkelijk bespreekbaar is, dan biedt internet mogelijk uitkomst."
Volgens Bussemaker kijkt ook de Wereldgezondheidsorganisatie "nadrukkelijk naar de negatieve aspecten" van telefoongebruik door jongeren. "Zoals nekklachten en obesitas. Unesco, de organisatie die zich meer richt op ontwikkeling en onderwijs, is veel positiever en zegt dat het kan bijdrage aan de bestrijding van eenzaamheid."
Het gaat niet alleen om de vraag hoe lang op een dag online zijn, maar ook wat ze online doen én wat ze buiten de tijd op hun telefoon om doen, zegt Bussemaker.
Gelijke toegang
De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving pleit voor gelijke toegang tot apparaten en internet voor jongeren. Bussemaker: "In coronatijd was er plots heel veel online onderwijs en kwamen we erachter dat er een heleboel gezinnen geen computer hebben. Of één computer, waar meerdere kinderen op moeten werken. Het is belangrijk dat je toegang hebt en weet hoe de online wereld werkt."
"Misschien nog wel belangrijker is dat jongeren mediawijs worden. Het is een taak van het onderwijs, ouders, bibliotheken en welzijnswerk om jongeren te leren hoe je met media omgaat. Er wordt bijvoorbeeld veel gescholden op social media. Onze boodschap is: wat in het gewone leven niet goed is, zoals pesten, is online ook niet oké."
Regulering
Bussemaker is daarom voorstander van regulering op social media, in eerste instantie door social mediabedrijven zelf. Zij hebben de taak om te voorkomen dat jongeren verslaafd raken, vindt ze. "Nu is het vaak zo dat je steeds weer doorgeleid wordt naar nieuwe filmpjes. En er moet duidelijk worden toegezien op teksten die echt niet kunnen, omdat ze bedreigend zijn of omdat de informatie helemaal niet klopt."
Maar kinderen leren hoe om te gaan met hun telefoon begint bij de ouders, zegt Bussemaker. "Maak afspraken met je kinderen."