Ambulances moeten vaker doorrijden naar ander ziekenhuis, net als tijdens corona
Ambulances hebben steeds vaker moeite met het vinden van een ziekenhuis om een patiënt onder te brengen. Door het RS-virus, corona en de grieppandemie lopen de spoedposten over en wordt de ambulance steeds vaker doorgestuurd naar een ander ziekenhuis. De Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA) maakt zich zorgen.
Soms krijgen ambulances meerdere keren per week 'nee' verkocht en moeten ze zich bij een ziekenhuis verderop melden. Onlangs moest een ambulance bedoeld voor noordoost Gelderland met een ziek kind doorrijden naar Venlo. NVSHA-voorzitter David Baden: "Wat we nu zien is een verslechtering van de situatie die we eigenlijk al jaren zien. Het wordt steeds drukker op de spoedeisende hulpen en we hebben steeds meer moeite om mensen op te nemen", vertelt hij in Goedemorgen Nederland op NPO 1.
Ook tijdens de piekmomenten in de coronapandemie werden ambulances vaak doorgestuurd. "We hebben de gevolgen toen gezien", zegt Baden. Patiënten die niet in acuut gevaar verkeerde werden soms uren rondgereden op zoek naar een ziekenhuis. "Nu gebeurt het weer, door een combinatie van corona en het RS-virus."
'Falen van de keten'
Het is het gevolg van "een falen van de keten", zegt Baden. "Het is niet alleen de spoedeisende hulp, het is met name de opnamecapaciteit die tekort schiet, waardoor patiënten lang op de spoedeisende hulp blijven liggen. Op een gegeven moment kunnen we dan niet anders dan de spoedeisende hulp sluiten, met alle vreselijke gevolgen voor patiënten van dien".
Baden begrijpt dat het voor patiënten heel vervelend is dat ze niet terechtkunnen in hun eigen ziekenhuis. "Ook voor ambulancepersoneel is het vervelend, zij rijden een veel grotere afstand. Het betekent ook dat de ambulance langer bezet is. Dat is weer vervelend voor de patiënt die nog vervoerd moet worden."
Spoedgevallen
Voor de acute spoedgevallen is altijd plek. "Bloed is spoed", zegt Baden. "Patiënten met bijvoorbeeld een hartstilstand, beroerte of een hartinfarct, zijn heel belangrijk en gelukkig is het een relatief kleine groep. Voor hen kunnen we altijd wel een plekje vinden, ook als de spoedeisende hulp dicht is."
"Dit gaat over iemand die een gebroken been heeft. Ook dan wil je niet een uur langer in de ambulance zitten. Je wil snel naar je eigen ziekenhuis, waar je geholpen kan worden door de doctoren die je al een beetje kent", aldus de NVSHA-voorman.