Onenigheid over terughalen IS-vrouwen: ‘Als je ze daar laat kunnen ze onder berechting uit komen’
Het kabinet heeft twaalf Nederlandse vrouwen die worden verdacht van terroristische misdrijven, samen met hun 28 kinderen, vanuit het noorden van Syrië naar Nederland laten overbrengen. De vrouwen zaten al jarenlang vast in kampen. Over het terughalen is er grote onenigheid in de politiek.
"Heel veel mensen zeggen: laat ze maar daar", zegt oorlogsjournalist Hans Jaap Melissen in Goedemorgen Nederland, die zelf de kampen waar veel IS-vrouwen zitten bezocht in Syrië. "Maar 'laat ze maar daar' betekent niet dat ze daar blijven. Want de Koerden willen ze ook niet en die willen ze ook niet berechten. De vrouwen kunnen dan vrijuit hun leven hier gaan beginnen en dat zou ook niet rechtvaardig zijn."
IS-vrouwen
Ondanks dat argument, is JA21 het absoluut niet eens met het terughalen van de vrouwen. "De grootste reden om ze terug te halen is dat ze dan hun straf niet kunnen ontlopen. Maar ze hier naartoe halen is allemaal moeite en kost geld. Wij zeggen: de grootste straf is ze om daar te laten", zegt Joost Eerdmans.
Oud-commandant der Strijdkrachten, Tom Middendorp, heeft moeite met dat standpunt. "Ik vind het moeilijk om er zo je ogen voor te sluiten. Internationaal moeten we hier één lijn in trekken. De vrouwen onbestraft laten, vind ik geen goed initiatief."
Het kabinet is altijd terughoudend geweest met het ophalen van de vrouwen die er destijds zelf voor hebben gekozen om daarheen te gaan, onder meer omdat een dergelijke operatie te gevaarlijk zou zijn. Maar onder druk van de rechtbank en een Tweede Kamermeerderheid kwam het kabinet toch in actie. De rechtbank in Rotterdam bepaalde in mei dit jaar dat de verdachten naar Nederland moesten worden gehaald voor berechting of dat er een concrete toezegging zou komen dat ze worden gerepatrieerd.
LEES OOK: D-day voor bouwvrijstelling: ‘In het ergste geval komen er tienduizenden bouwprojecten stil te liggen’