Voor minister-president Mark Rutte staat zijn tweedaags bezoek aan Suriname voor een belangrijk deel in het teken van de gezamenlijke geschiedenis van Nederland en Suriname. Dat zei Rutte dinsdagochtend (lokale tijd) in zijn toespraak in het Surinaamse parlement in Paramaribo.
Rutte noemde het ‘’paradoxaal’’ dat de gezamenlijke geschiedenis van beide landen nog altijd zoveel pijn in zich draagt. “We kunnen dat verleden niet veranderen, maar we kunnen en moeten het wel onder ogen zien. Ook daarom ben ik naar Suriname gekomen’’ zo zei Rutte.
De premier liep vooruit op het herdenkingsjaar 2023. Dan is het 150 jaar geleden dat de slavernij werd afgeschaft. Wat hem betreft moet dat jaar in het teken staan van erkenning.
“Erkenning van het afschuwelijke leed dat de tot slaaf gemaakten is aangedaan. Erkenning van de strijd en het verzet, dat er ook was. En natuurlijk erkenning van de maatschappelijke doorwerking van de periode van de slavernij in het heden’’, aldus Rutte.
Behalve Rutte hielden ook president Chan Santokhi en parlementsvoorzitter Marinus Bee een toespraak.
De fractie van de NDP, de partij van Desi Bouterse, was niet aanwezig tijdens de toespraken van Rutte, Santokhi en Bee. In plaats daarvan zou de NDP een krans leggen bij het monument voor de gevallenen.
Relaties ‘te lang verstoord’
Rutte benadrukte in zijn toespraak dat de relaties tussen Nederland en Suriname “lang, veel te lang verstoord zijn geweest.’’ Hij is blij dat de band is hersteld. Zijn bezoek aan Suriname en dat van Santokhi aan Nederland vorig jaar onderstrepen dat. “We trekken weer samen op’’, aldus Rutte.
De Nederlandse premier ziet veel kansen voor Suriname. Dat blijkt ook uit de grote animo van het bedrijfsleven dat is meegereisd met Rutte en minister Liesje Schreinemacher van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De bedrijven komen uit verschillende sectoren van waterbeheer tot maakindustrie, van de Rotterdamse haven tot de baggersector en landbouw en dienstverlening. ‘’We trekken weer samen op en we kijken vooruit naar de kansen die er liggen.’’