Zand in de motor bij Europese asieldeal: terugsturen asielzoekers nauwelijks kans van slagen
Nederland slaagt er nauwelijks in om asielzoekers terug te sturen naar EU-landen waar ze al een asielprocedure hebben lopen. Dat blijkt uit gegevens van het ministerie van Justitie en Veiligheid, meldt De Telegraaf.
Van de bijna 4000 migranten die al in een ander EU-land asiel hadden aangevraagd, zijn er in 2021 maar 850 teruggegaan. Dat terwijl EU-landen met elkaar hebben afgesproken dat het eerste land waar een migrant asiel aanvraagt verantwoordelijk is voor de procedure. De uitvoer van deze Dublin-verordening wordt bemoeilijkt door reisbeperkingen door corona, personeelsgebrek bij migratiediensten in ontvangende landen en uitspraken van de rechter in Nederland, zo voert het ministerie aan.
'Wensdenken'
In het asielplan van vorige week kondigde het kabinet aan meer in te zetten op vertrek van ’Dublin-claimanten’. Daarbij stelt het kabinet z’n hoop op een hernieuwd EU-plan. Toch blijkt het vaak de Nederlandse rechter die een stokje steekt voor het overdragen van asielzoekers aan EU-landen als Griekenland, omdat men daar niet voldoet aan de gestelde opvangseisen. Hoogleraar Europees migratierecht Jorrit Rijpma noemt het voornemen van het kabinet om meer werk te maken van de Dublin-verordening "wensdenken".
Rijpma vraagt zich namelijk af, als het lukt, of het überhaupt mag om in sommige gevallen asielzoekers terug te sturen naar Griekenland. "En als het niet lukt, en die kans is groot, dan heeft Brussel of de rechter het weer gedaan", zegt hij tegen de krant.
Kost veel tijd
EU-landen zitten vaak genoeg met elkaar om tafel om te praten over Dublin-claims. Die gesprekken kunnen lang duren, omdat elk lidstaat twee maanden de tijd heeft om te besluiten of zij een claim al dan niet accepteren. Na die twee maanden is er ook nog de mogelijkheid te vragen om een heroverweging. Vervolgens wordt de asielzoeker nog de mogelijkheid geboden - indien een EU-land een Dublin-claim accepteert - een procedure aan te spannen over mogelijke incorrecte toepassing van de Dublin-verordening. Dit alles zorgt ervoor dat verblijfstijd van de asielzoeker enorm oploopt.
Er valt dus wat te sleutelen aan de Dublin-verordening, daarom komt de Europese Commissie dit najaar met een plan om de Dublin-regel te verbeteren. Aan het principe dat het land van aankomst verantwoordelijk is voor de asielprocedure zal niet getornd worden.
Het Europees Parlement is ook bezig om de registratie van en controle op asielzoekers die de EU binnenkomen te verbeteren. Mogelijk komt er een aanpassing in de Schengengrenscode, zodat het land van aankomst makkelijker illegale vreemdelingen over kan dragen aan andere EU-lidstaten.
LEES OOK: VVD-Kamerlid Brekelmans duidelijk: asieldeal blijft staan