Boodschappen veel duurder geworden in laatste halfjaar

De prijzen van de dagelijkse boodschappen zijn het laatste halfjaar met maar liefst 11 procent gestegen. Dat blijkt uit onderzoek van marktonderzoekbureau GfK, waar het AD over schrijft. Nederlanders kopen nu veel vaker huismerken en gaan frequenter naar goedkopere supermarkten. De slager en de visboer zijn uit de gratie.

Eind augustus betaalden de onderzoekers van GfK voor een winkelwagentje met 55 basislevensmiddelen - zoals brood, fruit, melk, kaas, maar ook wijn en tandpasta - precies 100 euro. Deze maand moesten ze voor hetzelfde karretje 111,30 euro afrekenen. Een gemiddeld gezin met twee kinderen doet jaarlijks voor 7000 tot 8000 euro aan boodschappen. Dat houdt in dat zij nu zo'n 800 euro duurder uit zijn per jaar.

Sinds de jaarwisseling stegen de prijzen het hardst. Voor het wagentje met 55 basisproducten moest bij de kassa nu 7 euro meer worden afgerekend. Dat komt mede door de oorlog in Oekraïne.

'Er is iets heel geks aan de hand'

"Het belangrijkste effect van de oorlog op de Nederlandse economie loopt niet via de directe handel met Rusland, want die is relatief klein, maar dat loopt via de prijzen", zegt econoom bij de ING Mirjam Bani erover bij Goedemorgen Nederland op NPO 1. "Als de prijzen stijgen hebben huishoudens gewoon minder te besteden aan andere producten, als ze meer moeten betalen aan energie of boodschappen."

Met name de lagere inkomensgroep zal op een gegeven moment moeten bezuinigen of eerder in de problemen kunnen komen als gevolg van deze prijsstijgingen, zegt Bani. "Er is iets heel geks aan de hand. Tijdens de coronacrisis hebben we met zijn allen, en vooral de hogere inkomens, veel meer gespaard. En die kunnen de hogere prijzen ook compenseren met dat eerdere gespaarde geld." Dat zorgt dus voor een zekere ongelijkheid, aangezien de lagere inkomens dit niet kunnen.

LEES OOK: Dit is waarom jouw boodschappen en benzine duurder worden: ‘Rederijen hebben de macht’