Kinderen van 5 tot en met 11 uitgenodigd voor vaccinatie: ‘Ze krijgen prikdiploma’
Gezonde kinderen van 5 tot en met 11 jaar worden vanaf vandaag uitgenodigd voor een coronavaccinatie. Hun ouders krijgen een brief met daarin informatie over het maken van een afspraak. Op verschillende plekken zijn speciale 'kinderprikprekken' ingericht. "Als kind neem je een andere route. Die ziet er ook iets aangenamer uit, met wat stickers en versiering voor kinderen", vertelt Putri Hintaran, arts infectieziektebestrijding bij de GGD in Utrecht.
Nadat kinderen geprikt zijn krijgen ze een prikdiploma en een kleinigheidje. "Ook zorgen we er in ieder geval voor dat onze medewerkers die het zelf fijn vinden om kinderen te prikken ook daadwerkelijk bij die locaties staan", zegt Hintaran in Goedemorgen Nederland op NPO 1. "Het heeft soms wat meer tijd nodig om een kind op zijn gemak te stellen, uit te leggen wat er gaat gebeuren of juist wat meer af te leiden. Het is voor elk kind anders, en daar moet je mee om kunnen gaan."
Uit onderzoek van de coronagedragsunit van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat de helft van de ouders eigenlijk al besloten heeft om hun kind niet te vaccineren. Het RIVM benadrukt daarbij wel dat het ook geen doelstelling is om zo veel mogelijk jonge kinderen te vaccineren. Gevaccineerde kinderen zorgen wel voor een vermindering van de verspreiding van de omikronvariant, maar ze hebben er zelf in het algemeen weinig last van.
Kinderdosis
Volgende week moeten de eerste prikken worden gezet. Kinderen krijgen een 'kinderdosis', dus kleinere hoeveelheid, van het vaccin van Pfizer/BioNTech. Kinderen uit hetzelfde gezin worden samen gevaccineerd, als daar ruimte voor is en als ouders dat willen. Ouders moeten dan wel voor elk kind een aparte afspraak maken.
1,3 miljoen kinderen
In totaal kunnen bijna 1,3 miljoen kinderen een coronaprik krijgen. Gezonde kinderen krijgen na acht weken een tweede prik. Voor kwetsbare kinderen van 5 tot en met 11 jaar is de tijd tussen de twee vaccinaties korter, namelijk vier weken.
Deze kinderen konden al eerder een prikafspraak maken. Het gaat om kinderen met bijvoorbeeld een aangeboren hartafwijking of het downsyndroom. Zij lopen bij een coronabesmetting mogelijk meer risico.