Holleeder geïrriteerd en ziet zich genoodzaakt te spreken tijdens proces
Willem Holleeder ziet zich genoodzaakt zijn laatste mogelijkheid te spreken tijdens zijn proces in hoger beroep veel ruimer te benutten dan hij zich had voorgenomen. Dat liet Holleeder maandag weten na de reactie van het Openbaar Ministerie op het in december uitgesproken pleidooi van zijn twee advocaten.
Holleeder werd in 2019 door de rechtbank veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf, voor het geven van vijf moordopdrachten. Hij ontkent iedere betrokkenheid. In hoger beroep heeft het OM opnieuw levenslang geëist. Holleeders advocaten hebben op alle punten vrijspraak gevraagd, omdat in hun ogen het bewijs ontbreekt.
Holleeder mompelde maandag tijdens het urenlange OM-betoog bij herhaling zijn afkeuring en maakte veelvuldig aantekeningen. Toen de advocaten-generaal waren uitgesproken merkte hij op: "Ik heb het zo’n beetje aangehoord. Als het niet om levenslang zou gaan, zou je er nog om kunnen lachen. Maar hier klopt echt niets van."
Op 21 januari mogen zijn advocaten nog een reactie geven op het laatste betoog van het OM. Het sluitstuk van het proces is het zogeheten laatste woord van verdachte Holleeder. "Ik wilde dat kort houden, maar daar twijfel ik nu aan. Ik ga daar wat langer over doen."
Het gerechtshof heeft de uitspraak gepland op 24 juni.