Utrecht wil wijzigen aan slavernij gelinkte achternaam desnoods zelf betalen
Het moet makkelijker worden voor Nederlanders om hun achternaam te veranderen als deze een link heeft met slavernij. Daarover heeft de gemeente Utrecht een motie aangenomen. Het veranderen van een achternaam brengt hoge kosten en veel papierwerk met zich mee. De gemeente Utrecht geeft aan dat zij deze rekeningen desnoods zelf gaan betalen, zo meldt NU.nl.
Wie in Nederland een andere achternaam wil, kan hiertoe een verzoek indienen bij de screeningsdienst van het ministerie van Justitie en Veiligheid, Justis. Dat kost minimaal 835 euro.
Of dit verzoek gehonoreerd wordt, wordt bepaald in hoeverre diegene last heeft van de achternaam. Als je bijvoorbeeld "Poepjes" heet, hoef je niet te bewijzen dat je van deze achternaam last ondervindt, zo schrijft NU.nl. Maar bij achternamen die hun oorsprong hebben in het koloniale verleden van Nederland, is ook een psychologisch onderzoek verplicht. En dat kost flink wat geld.
Zo'n verzoek en onderzoek kunnen samen duizenden euro's kosten. Als het verzoek vervolgens wordt afgewezen, ben je al dat geld alsnog kwijt.
Samenwerking met andere gemeenten
In de motie staat dat er samen met Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en het Rijk gekeken moet worden worden of het mogelijk is om dergelijke naamsveranderingen kosteloos te maken. Ook de kosten van het psychologische onderzoek zouden wat betreft de Utrechtse gemeenteraad vergoed moeten worden.
Om die reden wil Utrecht weten hoeveel inwoners hun achternaam zouden willen veranderen en of de gemeente hiervoor zelf de kosten kan opbrengen. Het onderzoek hiernaar is op initiatief van de Utrechtse gemeenteraad, die in juli een motie hierover aannam.